Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
5 Cards in this Set
- Front
- Back
Samenvatting hoofdstuk 2
Drie soorten onderzoeksvragen F V S |
• Frequentieonderzoeksvragen
• Verschilonderzoeksvragen • Samenhangonderzoeksvragen • Frequentieonderzoeksvragen vragen naar de mate waarin iets voorkomt. • Verschilonderzoeksvragen maken een vergelijking tussen groepen mensen of situaties. • Samenhangonderzoeksvragen onderzoeken de samenhang tussen twee kenmerken. |
|
Drie typen onderzoek
B E T |
• Beschrijvend onderzoek
• Exploratief onderzoek • Toetsend onderzoek • Beschrijvend onderzoek is gericht op het beschrijven van een fenomeen. • Exploratief onderzoek is gericht op het ontwikkelen van een theorie. • Toetsend onderzoek is gericht op het toetsen van een theorie. |
|
Twee soorten onderzoeksontwerpen:
S E |
-surveyonderzoek
-experimenteel onderzoek • Bij surveyonderzoek grijp je als onderzoeker niet in, maar neem je alleen waar in bestaande situaties. • Bij experimenteel onderzoek verandert er iets in de onderzoeksgroep: er wordt een interventie toegepast in één of meer onderzoeksgroepen. |
|
Verschillende typen surveyonderzoek
E C L |
• Eenmalig surveyonderzoek kent slechts één meetmoment.
• Cross-sectioneel surveyonderzoek: een dwarsdoorsnede door eenmalige metingen bij verschillende groepen mensen. • Longitudinaal surveyonderzoek waarbij de onderzoekseenheden (respondenten of bedrijven) gedurende een aantal jaren gevolgd worden. Hierbij onderscheiden we: – Panelonderzoek of cohortonderzoek, waarbij je een vaststaande groep mensen volgt en op verschillende tijdstippen metingen bij deze mensen verricht. – Trendonderzoek, waarbij je op verschillende tijdstippen metingen verricht bij steeds een andere groep mensen uit dezelfde populatie. |
|
Vormen van experimenteel onderzoek
Z Q P |
• Zuiver experiment,
• Quasi-experiment, • Pre-experiment, • Zuiver experiment, met als belangrijkste kenmerk random toewijzing aan experimentele groep en controlegroep. • Quasi-experiment, waarbij geen randomisatie plaatsvindt: er wordt gewerkt met bestaande groepen. • Pre-experiment, waarbij slechts één of zelfs geen vergelijkingsbasis aanwezig is. |