Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
40 Cards in this Set
- Front
- Back
achterland
|
het gebied dat voor de aan -en afvoer van goederen afhankelijk is van een haven |
|
alfabetieseringsrgraad
|
geeft aan hoeveel procent van de bevolking van 15 jaar en ouder kan lezen en schrijven
|
|
beroepsbevolking
|
alle mensen die tegen betaling werken, plus de werkelozen |
|
arbeidsintensief |
veel mensen werken aan 1 product er worden weinig machines gebruikt
|
|
betalingsbalans
|
overzicht van alle inkomsten en uitgaven van een land plus buitenland |
|
BRIC-landen
|
Brazilië Rusland India China: vier landen uit de semiperiferie met een snelle economische ontwikkeling |
|
bnp/ hoofd
|
alles wat in een jaar in een land verdient wordt gedeeld door het aantal inwoners |
|
centrumlanden
|
meest ontwikkelde landen |
|
distributieland |
land dat een belangrijke rol speelt in de verdeling van goederen over het achterland |
|
duurzame economische ontwikkeling
|
ontwikkeling die ook op langere termijn zorgt voor welvaart en rekening houdt met het milieu en de grondstofvoorraad van een land |
|
eindproducten
|
producten die gereed zijn en verkocht kunnen worden |
|
extensief grondgebruik |
manier van grondgebruik waarbij de grond slechts in geringe mate bewerkt wordt, of waarbij het aantal stuks vee per hectare laag is. de opbrengst per hectare is laag |
|
formele sector |
het officiële deel van de economie. de activiteiten in de formele sector vind je terug in de statistieken van de overheid |
|
Gini-coëfficiënt
|
een manier om de sociale ongelijkheid te meten. hoe hoger de coëfficiënt, hoe sterker de ongelijkheid |
|
globalisering
|
proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden |
|
grondstoffen |
nog niet bewerkte goederen
|
|
halffabricaten
|
bewerkte grondstoffen (zit tussen grondstof en eindproduct in) |
|
handelsbalans |
overzicht van de waarden van goederen die in- en uitgevoerd worden |
|
informele sector |
het niet-officiële deel van de economie, ook wel scharreleconomie genoemd |
|
infrastructuur
|
alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren (wegen, spoorlijnen, havens, glasvezel etc.) |
|
koopkracht
|
hoeveel je in een land kan kopen voor 1 dollar |
|
lagelonenlanden
|
landen in de (semi)periferie waar de lonen veel lager zijn dan in de centrumlanden. zij vormen een aantrekkelijk vestigingsgebied voor arbeidsintensieve bedrijven |
|
levensverwachting
|
geeft aan hoe oud mensen bij geboorte naar verwachting gemiddeld zullen worden |
|
mainport
|
haven of vliegveld met een belangrijke rol in het internationale vervoer |
|
MOL
|
groep van 48 armste landen uit de periferie, met een bnp/hoofd van minder dan 900 euro |
|
multinationale onderneming
|
groot bedrijf dat in meerdere landen fabrieken en kantoren heeft
|
|
ontwikkelingshulp
|
hulp van een land of groep van landen aan een arm land om de ontwikkeling te stimuleren |
|
periferie |
de armste landen, die nog sterk agrarisch zijn en vooral grondstoffen uitvoeren |
|
ontwikkelingslanden
|
landen die niet behoren tot de rijke geïndustrialiseerde landen |
|
primaire sector
|
beroepen in de landbouw, visserij en landbouw |
|
regionale ongelijkheid
|
grote verschillen in ontwikkelingslanden binnen 1 land |
|
secundaire sector
|
beroepen in de industrie en bouw |
|
semiperiferie |
landen die zich sterk aan het ontwikkelen zijn |
|
sociale ongelijkheid |
grote verschillen tussen inkomen tussen groepen mensen |
|
sub-Sahara Afrika |
het gebied in Afrika ten zuiden van de Sahara
|
|
tertiaire sector |
beroepen bij kantoren, banken, winkels, de overheid; beroepen in de dienstverlening |
|
vestigingsplaatsfactor |
reden voor een bedrijf om zich op een bepaalde plaats te vestigen |
|
VN-welzijnsindex |
een aanwijzing voor het welzijn in een land. je let dan op de koopkracht, de levensverwachting en de alfabetiseringsgraad van de bevolking |
|
welzijn |
de rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden zoals gezondheid, scholing en voedsel. ook wel de maatschappelijke welvaart genoemd |
|
wereldsystemen
|
een indeling van de wereld naar welvaart waarbij de drie blokken (centrum, semiperiferie en periferie) op tal van terreinen met elkaar verbonden zijn |