Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
37 Cards in this Set
- Front
- Back
Kennisoverdrachtmodellen vs kennisconstructiemodellen |
Overdracht: leerstof wordt zo goed mogelijk uitgelegd aan leerlingen = onderwijzen = oude manier Constructie: leerlingen begeleiden zodat ze zelf actief leerstof opbouwen = beïnvloeden van het leren = hedendaagse benadering |
|
Wat zijn de redenen van verschuiving van overdracht naar constructie? |
1. Leertheoretisch (kennis verworven door constructie is beter) 2. Maatschappelijk (na schoolloopbaan moeten mensen ook nog nieuwe kennis kunnen ontwikkelen) |
|
Op welke manieren kijkt men naar leren binnen de leerpsychologie? |
1. Uitwendig waarneembare leeractiviteiten: meest concrete niveau 2. Inwendige, mentale leeractiviteiten: minder concrete niveau |
|
Wat zijn leerfuncties? |
De psychologische activiteiten die tijdens leerprocessen uitgevoerd moeten worden |
|
Eigenschappen van leerfuncties? |
1. Moeten vervuld worden om volwaardig te leren 2. Kunnen door verschillende personen worden uitgevoerd (lln, docent, leerboek, pc,...) |
|
Hoe noemen we leerfuncties door de leerlingen zelf uitgevoerd? |
Leeractiviteiten |
|
Hoe heten leerfuncties door de leraar uitgevoerd? |
Doceeractiviteiten |
|
Wat zijn de 3 types van leeractiviteit bij de leerlingen? |
1. Cognitieve 2. Affectieve 3. Metacognitieve of regulatieve |
|
Wat zin cognitieve leeractiviteiten? |
Denkactiviteiten die mensen gebruiken om leerinhouden te verwerken - gericht op verwerken van feiten, begrippen, formules, redeneringen,... - leidt direct tot leerresultaten (kennis, inzicht, aantekeningen, schema's,...) |
|
Wat zijn de 8 cognitieve leeracitiviteiten? |
- Relateren - Structureren - Analyseren - Concretiseren - Toepassen - Memoriseren - Kritisch verwerken - Selecteren |
|
Wat zijn affectieve leeractiviteiten? |
Activiteiten om gevoelens te verwerken die zich bij het leren voordoen - leiden tot een gemoedstoetsen die positief, neutraal of negatief kan uitwerken. |
|
Wat zijn de 8 categorieën van affectieve leeractiviteiten? |
1. Attribueren 2. Motiveren 3. Concentreren 4. Zichzelf beoordelen 5. Waarderen 6. Inspannen 7. Emoties opwekken 8. Verwachten |
|
Wat zijn metacognitieve of regulatieve leeractiviteiten? |
Zijn gericht op het reguleren of sturen van de cognitieve en affectieve activiteiten en daardoor direct tot leerresultaten leiden. Leiden dus indirect tot leerresultaten. Kan minder of meer bewust plaatsvinden. |
|
Wat zijn de 8 categorieën van metacognitieve leeractiviteiten? |
1. Oriënteren 2. Plannen 3. Proces bewaken 4. Toetsen 5. Diagnosticeren 6. Bijsturen 7. Evalueren 8. Reflecteren |
|
wat zijn leerstrategieën? |
Combinaties van leeractiviteiten die door lln in samenhang gebruikt worden om een bepaald doel te bereiken. => = het toepassen |
|
Onderverdeling leerstrategieën: |
Cognitieve (Affectieve) Regulatieve |
|
Wat bedoelen we met cognitieve leerstrategieën en wat is de onderverdeling? |
Leerlingen gebruiken deze op het gebied van de cognitieve verwerking. - diepteverwerking - stapsgewijze verwerking - concrete verwerking |
|
Wat bedoelen we met affectieve leerstrategieën + onderverdeling? |
hebben betrekkingen op affectieve leeractiviteiten die leerlingen gebruiken. |
|
Wat bedoelen we met regulatieve leerstrategieën + onderverdeling? |
Strategieën op het terrein van de regulatie van leerprocessen. - Zelfsturing van leerprocessen - Externe sturing van leerprocessen - Stuurloze regulatiestrategie |
|
COGNITIEVE LEERSTRATEGIEËN: Wat is diepteverwerking? |
Zo veel mogelijk inzicht verwerven in de leerstof - actief zoeken naar samenhang - structuur aanbrengen - kritisch nadenken BETEKENISGERICHT |
|
Wat is stapsgewijze verwerking? |
Zo goed mogelijk van buiten leren - Stap voor stap, elke alinea bestuderen - In detail - Vooral feitelijke informatie leren REPRODUCTIEGERICHT |
|
Wat is concrete verwerking? |
Vooral oog voor praktisch bruikbare elementen in de leerstof - Veel gebruik van concretiseren en toepassen TOEPASSINGSGERICHT |
|
AFFECTIEVE LEERSTRATEGIEËN
Wat is een gunstig affectief patroon? |
Succeservaringen => stabiele interne oorzaken Faalervaringen => variabele en specifieke factoren => geen afbraak aan zelfconcept |
|
Wat is een ongunstig affectief patroon? |
Succeservaringen => externe variabale oorzaken Faalervaringen => stabiele interne factoren => slecht zelfbeeld |
|
REGULATIEVE LEERSTRATEGIEËN Wat is een zelfsturing van leerprocessen? |
Ze verrichten zelf allerlei regulatie-activiteiten Vb.: - Zich oriënteren op de stof - Een verwerkingsstrategie plannen - Zijn/haar eigen leerproces bewaken - Het leren bijsturen wanneer dat nodig is BETEKENISGERICHT (TOEPASSINGSGERICHT) |
|
Externe sturing van leerprocessen? |
Het sturen van leren gebeurt vooral door de omgeving Vb.: - Aangereikte leerdoelen - Leeraanwijzingen - Opdrachten - ... REPRODUCTIEGERICHT (TOEPASSINGSGERICHT) |
|
Stuurloze regulatiestrategie? |
Leerlingen kunnen hun leerproces niet zelf sturen en ondervinden onvoldoende houvast van omgeving. => leerlingen ondervinden moeilijkheden en zijn ook niet in staat alternatieve manieren van leren te bedenken. ONGERICHT |
|
Wat zijn leerconcepties? |
Een persoonlijke theorie over leren en onderwijs Kennis en opvattingen die mensen hebben over mogelijke leerdoelen, leertaken,... en zichzelf als lerende. |
|
Wat bepalen de leerconcepties? |
- Wat leerlingen in specifieke context verstaan onder leren - Interpretatie van leertaken, leerdoelen en leersituaties |
|
Op welke aspecten van het leren kunnen leerconcepties betrekking hebben? |
Concepties... Vb.: maak een samenvatting kan geïnterpreteerd worden als "schrijf belangrijke begrippen over" of "geef in eigen woorden weer" - van zichzelf als lerende Eigen sterke en zwakke kanten, zelfwaarden,... - van leerdoelen Vb.: "bestudeer hfstk 4" kan "hfstk 4 kunnen reproduceren" of "hfstk 4 kritisch kunnen bespreken" - van leertaken Vb.: hoe studieteksten zijn opgebouwd - van leren en studeren Meer algemene visie Reproductieve visie vs. concstructieve visie - van sturing over de optimale taakverdeling tussen henzelf en anderen bij leerprocessen Dirigistische conceptie (verantwoordelijkheid bij docent) vs. open vormen (verantwoordelijkheid bij lln) |
|
Wat bedoelen we met leeroriëntaties? |
Persoonlijke doelstellingen en intentie van leerlingen bij het volgen van onderwijs (motieven, verwachtingen, intenties, houdingen, zorgen, twijfels,...) |
|
Waarom beïnvloeden leeroriëntaties het leren? |
Lln gebruiken vooral die leeractiviteiten die helpen hun persoonlijke doelen en intenties kunnen realiseren Waarderingsprocessen bepalen de mentale inspanning die leerlingen bereid zijn te leveren |
|
Wat zijn de 4 verschillende vormen van leeroriëntatie + uitleg? |
1. Intrinsieke motivatie Vooral uit persoonlijke interesse studeren 2. Extrinsieke motivatie Opleiding is middel tot een bepaald doel (diploma) 3. Prestatiemotivatie Hoe dan ook zo'n hoog mogelijke leerprestaties bereiken, ongeacht de leerstof interessant is of niet 4. Conditionele leeroriëntatie Vooral om sociaal contact te onderhouden en het wegkomen uit de dagelijkse sleur |
|
Hoe beïnvloeden leeroriëntaties in grote mate de leeractiviteiten? |
Via affectieve processen: = waarderingsprocessen: lln hechten waarden aan een leersituatie of leertaak. |
|
Welke samenhang is er tussen intrinsieke motivatie en verwerkingsactiviteiten? |
Intrinsieke motivatie zorgt voor... - relateren - structureren - concretiseren - kritisch verwerken |
|
Welke samenhang is er tussen extrinsieke motivatie en verwerkingsactiviteiten? |
Extrinsieke motivatie zorgt voor: - memoriseren - herhalen |
|
Welke samenhang is er tussen prestatiemotivatie en verwerkingsactiviteiten? |
Prestatiemotivatie zorgt ervoor dat leerlingen de leeractiviteiten kiezen waarmee ze het hoogste toetsresultaat kunnen behalen (hangt dus van de lkr af) |