Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
37 Cards in this Set
- Front
- Back
Wat is het verschil tussen de toets en assessmentcultuur? |
test: beoordelen van zuiverheid van metaal Asidere: 'zitten naast iemand' |
|
geef een synoniem voor: Assessment FOR learning Assessment OF learning |
Summatieve toets: bijsturen Formatieve toets: beoordelen |
|
Welke fases van evaluatie zijn er? (4) |
1. verzamelen van informatie 2. waardeoordeel uitspreken 3. beslissingsmoment 4. betrokkenen informeren |
|
Wat zijn de 4 functies van evauatie? |
resultaatsbepaling plaatsing en selectie sturing vh leerproces diagnosticeren tekorten, remedieren |
|
Wat is het voordeel van S,P en CO assessment? |
minder beoordelingslast docent Self; meer reflectie, zelforganiserende rol, diepe verwerking Peer: groepsleren, betrokkenheid, reflectie, diepe verwerking Co: rolwisseling = inzicht betere zelfbeoordeling, meer inzicht in relevantie = betere leeruitkomst |
|
Wat zijn de verschillen tussen fb van de docent of fb van peers? |
Docent: algemener, geloofwaardiger Student: specifieker, individueel student in begin zeer kritisch op zichzelf, neemt af met ervaring |
|
Wat zijn de 5 stappen voor het opstellen van een toetsmatrijs? |
1. bepaal waarde leerstof uit bestaat 2 bepaal het relatieve belang van items % 3. bepaal beheersing: weten, begrip, toep 4. bepaal relatieve belang beheersing % 5. leidt af hoe vragen verdeeld zijn zit in doelstelling LE4 |
|
Wat zijn de 7 evaluatie instrumenten? |
1. examens en overhoringen 2. observaties 3. vaardigheidstaken / performance assessment 4. portfolio 5. OAT /casustoets 6. assassment /development center 7.CGI (ook wel: comp. gericht) |
|
Welke vraagtypen zijn er bij examens en overhoringen? |
weetvragen begrips-inzicht toepassing reflectie |
|
Wanneer ontstaat teaching to the test? |
Bij vaak toetsen, maar toetsen helpt bij het richten van leerlingen |
|
Wat zijn de 3 catagorieen vaardigheidstaken/toetsen? |
Hands-on: (Praktijkexamen, proeve) Simulatie toets Hands-off toets (pen en papier; niet 'echt' simulatie 1.2 oud) |
|
Wat zijn kenmerken van het portfolio als evaluatie instrument? |
selectie vergt reflectie lln verantwoord docent geeft richtlijnen = veel begeleiding nodig = obstakel. llN: vergaarbak, reflectie moe. Learner report, dagboek |
|
Van welke waardebepalingsreferenties kunnen we uitgaan? (3) |
comparatieve toetsing: Klas/groep: (gem 6) criterium gericht: cesuur zelfgerichte / leerling gerichte toetsing (adhv POP bvb) vergelijking eerder |
|
Wat zijn twee typsiche beoordelingsfouten? |
Halo affect te categorisch |
|
Wat is de relatie tussen rapporteren, kwalificeren, evalueren en feedback? |
Rapport = kwalificeren op resultaat = portretteren (waarom dit resultaat) Feedback = evaluatief, waardering descriptief (beschrijft het leerproces ) |
|
aan welke drie kwaliteitscriteria moet een evaluatie voldoen? |
inhoud/begripsvaliditeit evenwichtig, relevant betrouwbaarheid meet wat het moet meten: meetfout, toeval? consequentiele validiteit gevolgen overeen met bedoelde gevolgen (proeve; ze leren theorie niet meer, stud voelt zich overgeleverd= niet bedoeld) |
|
Welk 4e kwaliteitscriterium is belangrijk voor evaluatie? |
Transparantie: Hoe en wat (criteria) wordt geëvalueerd; het richt leerlingen + voorzorg consequentiele validiteitsproblemen. |
|
Welke 3 effecten zijn er te onderscheidden bij evaluatie? |
pre assessment effect = studieaanpak: staart beweegt de hond true assessment effect =inzicht door en tijdens evaluatie post assessment effect = bijsturen nav resultaat |
|
Wat zijn problemen met FB volgens Geyskens? |
Student: te weinig, meer positief nodig, geen aanwijzingen hoe beter, te vaag, algemeen en oppervlakkig Docent begrijpen het niet, lezen het niet, doen er niets mee. = negatieve wisselwerking |
|
Sadler'89 stelt dat feedback effectief is als: (3) |
1. weet wat er verwacht wordt 2. vergelijking tussen product en verwachting 3. aanwijzingen hoe te verbeteren |
|
De fricties van Vermunt liggen langs de lijn met het FB model van Geyskens. Leg uit |
Van sterke ondersteuning (student is passief ontvanger) = traditioneel: Expliciet vermelden Richtvragen suggestie/hints verwijzen naar bronnen tot zwakke ondersteuning (student draagt zelf aan) |
|
FB is zinvol als het gericht is op één of meerdere van de 4 niveaus:
|
1. opdracht gericht 2. proces gericht 3 zelfregulatie 4. persoonlijk fb op zelfregulatie en proces is meest effectief |
|
Wanneer wordt feedback ontvangen? |
Dialoog: kunnen reageren tijdig zowel zwak als sterk Bij combinatie met cijfers leest de stud de FB niet = geen leereffect |
|
Het verborgen curriculum speelt een rol bij het richten van het gedrag van de student in het kader van assessments. Hoe? (Gibbs) |
"selecteren en filteren wat ze willen horen"
|
|
Wat wordt bedoelt met Cue deaf en Cue seeking? |
seeking: Ow.. dit zit er vast in! deaf: ik kan geen inschatting maken wat er gevraagd wordt |
|
Wat is de relatie tussen tijd en reproductiegerichtheid? |
Studenten zien een verschil tussen leren om te begrijpen en leren voor de toets. bij prestatie en tijdsdruk gaan ze leren voor de toets |
|
Wat zijn de voordelen van coursework asignments? |
* even valide als examens * goede voorspeller * betere leerresultaten door vergelijken en structureren Betrokkenheid is voorwaarde |
|
Wat is de rol van de kwaliteit van lessen en fb? |
student kan zonder les, niet zonder fb. Waar meeste fb = beste les |
|
Wat zijn effecten van formatieve toetsen? |
voorkennis activatie aandacht gericht op belangrijkste aanmoedigen actieve leerstrategie oefenen van leren resultaten monitoren van zichzelf begeleidend voor besluit leeractiviteit gevoel iets bereikt te hebben |
|
Wat is de invloed van assessment op de kwaliteit, de focus en hoeveelheid van studeren? (3) |
1. tijd en inzet 2. orienteren tot juiste inzet tijd/inspanning 3. taak lokt (juiste) leeractiviteit uit |
|
Hoe de de invloed van fb op leren vergroten? |
1. vaak, voldoende en gedetailleerd 2. gericht op dat waar stud controle heeft 3. tijdig; doet er (nog) toe 4. passend bij het doel/criteria; op succes gericht = motivatie, explciet, zet standaard 5. passend bij begrip stud/ leerconcept 6. ontvangen en bekeken 7.student doet wat met fb |
|
Hoe ervoor zorgen dat stud wat met FB doen? |
1. vraag waar ze fb op willen 2. geef zonder cijfer 3. vraag om zelfevaluaties 4. eerst fb, dan cijfer 5. eerst zelf-peer eva, dan cijfer |
|
Wat is de relatie tussen wat doen met feedback en Biggs? |
Succes van studie hangt af van wat de student doet met FB en cijfers: zelf monitoring is belangrijk. Dus aansluiten op opp/diepe verwerking |
|
Volgens Segers is er een ontwikkeling van 'testculture' naar assessmentculture''. Waarom? Wat is het verschil tussen die twee? |
reactie op kwalificatieveroudering en competentiegerichtheid. meervoudig/ enkelvoudig geintergreerd of niet |
|
Wat zijn de zes karakteristieken in de evolutie van assessment? |
authenticiteit (atomisch --> contextueel) aantal instrumenten/momenten (enkelvoudig --> meervoudig) beheersingsniveau (laag --> hoog) dimensies comp: (weinig cognitief --> hoog, meerdere) relatie tot leerproces (geisoleerd --> geintergreerd) verantwoordelijkheid (docent als examinator--> stud peer/co assesment) |
|
Hoe beinvloed de verandering naar assessment cultuur het leren? |
1. authenticiteit: motiverend (nut), tranfer 2. hogere beheersing; diepte verwerking 3. integratie: te blijven leren 4. verantwoordelijkheid student (zelfsturing) |
|
Waarom leidt de versterkte relatie tussen leeromgeving en leeropbrengst in de assessment cultuur niet tot de verwachte positievere uikomsten? |
de leerconceptie van studenten (vb: studenten over de proeves...) |