• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/75

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

75 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Neuroanatomy en ontwikkeling:



De hersenen van Einstein verschillen op twee manieren van hersenen van anderen (onderzocht door Sandra Witelson):




S


i


1. Syvlian Fissure = het gedeelte dat de temporale lob scheidt van parietale lob.



Deze was anatomisch bijzonder gestructureerd. Einsteins hersenen vertoonde een vreemde samenvloeiing met de central sulcus, zijwaarts gezien. De meeste hersenen hebben een Sylvian Fissure die rondom de supramaginal gyrus lijkt te eindigen



2. De inferieure parietale lob was groter en 15% dikker zijwaarts gezien dan gemiddeld.



Belangrijke neuronanatomen zijn =

Santiago Ramon y Cajal (spanje) en


Camillo Golgi (Italië).



Belangrijk = Vorm is

een afgeleide van functie.



Dit is een basisprincipe in biologie. Begrijpen hoe de vorm van het centraal zenuwstelsel zijn tienduizenden functies ondersteund is een van de belangrijkste uitdagingen van cognitieve neurowetenschap.

Neuro - anatomie



Neuroanatomie = de studie van het systeem van het zenuwstelsel. Het identificeert alle onderdelen en beschrijft hoe deze samenhangen.



Er zijn twee niveaus:


1. Gross neuranatomie = grof = focust op algemene structuren en zichtbare verbindingen;
2. Fine neuroanatomie = fijn = microscopische anatomie = focust op het beschrijven van de organisatie van neuronen en zijn verbindingen en subcel structuur.



Methoden in neuro anatomie
1. Grove ontleding
2. Micro anatomie en histologie




Ad. 1. Grove ontleding



Naast de schedel, worden de hersenen omgeven door de Dura Matter = harde hersenvlies.



Als dit is weggenomen onderscheid je met het blote oog:
1. Gyri = een winding of verhoging in sterk gevouwen hersenschors
2. Sulci = een gleuf of groeve in de sterk gevouwen hersenschors
3. Fissures van het cerebrum = gleuven in het cerebrum
4. Het smaller worden van de hersenstam
5. Gedetailleerde vrouwen van de cerebrale cortex



Daarnaast onderscheid je binnen de hersenen:
1. Gray matter = grijze massa = cellichamen van neuronen en gliacellen
2. White matter = witte massa = wit door vettige myelinesubstantie die de axonen omgeven.


Methoden in neuro anatomie


1. Grove ontleding
2. Micro anatomie en histologie




Ad. 1. Grove ontleding



Naast de schedel, worden de hersenen omgeven door de Dura Matter = harde hersenvlies.



Als dit is weggenomen onderscheid je met het blote oog:
1. G
2. S
3. F
4. Het s
5. G


1. Gyri = een winding of verhoging in sterk gevouwen hersenschors
2. Sulci = een gleuf of groeve in de sterk gevouwen hersenschors
3. Fissures van het cerebrum = gleuven in het cerebrum
4. Het smaller worden van de hersenstam
5. Gedetailleerde vrouwen van de cerebrale cortex



Daarnaast onderscheid je binnen de hersenen:
1. Gray matter = grijze massa = cellichamen van neuronen en gliacellen
2. White matter = witte massa = wit door vettige myelinesubstantie die de axonen omgeven.


Daarnaast onderscheid je binnen de hersenen:



1. G
2. W


1. Gray matter = grijze massa = cellichamen van neuronen en gliacellen
2. White matter = witte massa = wit door vettige myelinesubstantie die de axonen omgeven.

Grove ontleding laat de input en output zien van sensorische structuren en motorische effecten door de zenuwbundels. Het is mogelijk om het traject gegroepeerde axonen te volgen in grote zenuw


tracts =

bundel van axonen, als zij door de hersenen gaan en contact maken met verschillende regio’s.



Ad 2. Micro anatomie en histologie



Histologie is de studie van weefselstructuur m.b.v. microscopen. Belangrijk is het identificeren van verbindingspatronen in het zenuwstelsel. Dit wordt bemoeilijkt omdat het niet om een serieel systeem gaat. Een enkel neuron kan info krijgen van of geven aan heel veel andere neuronen.



Corticocorticale verbindingen zijn verbindingen dichtbij of op afstand tussen 2 corticale regio’s. Het eerste gedeelte duidt op de bron, het tweede gedeelte is het doel (bijv. Thalamocorticaal vs corticothalamisch).



De hersenen en hersenstam worden ingedeeld naar 4 gebieden:


1. Anterieur
2. Superieur = Dorsaal = vanuit de rug gezien;
3. Posterieur = Caudaal = vanuit de staart gezien
4. Inferieur = Ventraal = vanuit de buik gezien.



Door stains (soorten chemicaliën die selectief geabsorbeerd worden door specifieke neurale elementen) is de neuroanatomie verder ontwikkeld. Stains maakt verschillende analyseniveaus mogelijk. Door tract tracing kunnen verbindingen tussen neuronen of zenuwgebieden worden vastgesteld.

Ad 2. Micro anatomie en histologie



Histologie is

de studie van weefselstructuur m.b.v. microscopen. Belangrijk is het identificeren van verbindingspatronen in het zenuwstelsel.



Dit wordt bemoeilijkt omdat het niet om een serieel systeem gaat. Een enkel neuron kan info krijgen van of geven aan heel veel andere neuronen.



Corticocorticale verbindingen zijn verbindingen dichtbij of op afstand tussen 2 corticale regio’s. Het eerste gedeelte duidt op de bron, het tweede gedeelte is het doel (bijv. Thalamocorticaal vs corticothalamisch).



De hersenen en hersenstam worden ingedeeld naar 4 gebieden:


1. Anterieur
2. Superieur = Dorsaal = vanuit de rug gezien;
3. Posterieur = Caudaal = vanuit de staart gezien
4. Inferieur = Ventraal = vanuit de buik gezien.



Door stains (soorten chemicaliën die selectief geabsorbeerd worden door specifieke neurale elementen) is de neuroanatomie verder ontwikkeld. Stains maakt verschillende analyseniveaus mogelijk. Door tract tracing kunnen verbindingen tussen neuronen of zenuwgebieden worden vastgesteld.


Corticocorticale verbindingen zijn

verbindingen dichtbij of op afstand tussen 2 corticale regio’s. Het eerste gedeelte duidt op de bron, het tweede gedeelte is het doel (bijv. Thalamocorticaal vs corticothalamisch).



De hersenen en hersenstam worden ingedeeld naar 4 gebieden:


1. Anterieur
2. Superieur = Dorsaal = vanuit de rug gezien;
3. Posterieur = Caudaal = vanuit de staart gezien
4. Inferieur = Ventraal = vanuit de buik gezien.



Door stains (soorten chemicaliën die selectief geabsorbeerd worden door specifieke neurale elementen) is de neuroanatomie verder ontwikkeld. Stains maakt verschillende analyseniveaus mogelijk. Door tract tracing kunnen verbindingen tussen neuronen of zenuwgebieden worden vastgesteld.


De hersenen en hersenstam worden ingedeeld naar 4 gebieden:



A


S


P


I


1. Anterieur
2. Superieur = Dorsaal = vanuit de rug gezien;
3. Posterieur = Caudaal = vanuit de staart gezien
4. Inferieur = Ventraal = vanuit de buik gezien.



Door stains (soorten chemicaliën die selectief geabsorbeerd worden door specifieke neurale elementen) is de neuroanatomie verder ontwikkeld. Stains maakt verschillende analyseniveaus mogelijk. Door tract tracing kunnen verbindingen tussen neuronen of zenuwgebieden worden vastgesteld.


Door stains (soorten chemicaliën die selectief geabsorbeerd worden door specifieke neurale elementen) is de neuroanatomie verder ontwikkeld.



Stains maakt verschillende analyseniveaus mogelijk.



Door tract tracing kunnen

verbindingen tussen neuronen of zenuwgebieden worden vastgesteld.

Grove ontleding en functionele anatomie van het zenuwstelsel.
Het zenuwstelsel kan worden onderverdeeld in:



1. C
2. P


1. Centraal zenuwstelsel = CZS = hersenen en het ruggenmerg = commandocentrum.
2. Perifeer zenuwstelsel = PFS = alles buiten de hersenen en het ruggenmerg = levert sensorische informatie aan het CZS en geeft motorische prikkels van het CZS door aan de spieren.



Somatisch motor systeem controleert de vrijwillige spieren. Het autonome motor systeem controleert de onvrijwillige, zachte spieren, hart en klieren.

Cerebrale cortex



Bestaat uit twee symmetrische hemisferen bestaande uit laken van gelaagde neuronen.



De voorhersenen bestaan uit de:



C


B


D




1. Cerebrale cortex
2. Basal ganglia = massa grijs hersenweefsel
3. Diencephalon = midden hersenen



De vouwen van de cerebrale cortex hebben een functie = meer cerebrale cortex in de schedel pakken. Dit spaart 33% ruimte. De totale cerebrale cortex bestaat uit 2200 tot 2400 cm2 waarvan tweederde is opgesloten in de sulci = gleuf of groef in de hersenen.



Een ander voordeel van de sulci is dat neuronen dichter bij elkaar worden gebracht waardoor de prikkeloverdracht sneller is.


De dikte van de cerebrale cortex varieert van 1,5 tot 4,5 mm en is gemiddeld 3 mm.



De cerebrale cortex bestaat uit:



1. Cellichamen van neuron, de dendrieten en sommige axonen;
2. Axonen en axonterminals van neuronen die projecteren op de cortex vanuit andere hersenregionen, zoals de subcortial thalamus.
3. Bloedvaten



Anatomische subdivisies
Bestaat uit vier hoofddivisies (als je het limbisch systeem buiten beschouwing laat);


1. Frontale lob
2. Parietale lob
3. Temporale lob
4. Occipitale lob


De vouwen van de cerebrale cortex hebben een functie = meer cerebrale cortex in de schedel pakken. Dit spaart 33% ruimte.



De totale cerebrale cortex bestaat uit 2200 tot 2400 cm2 waarvan tweederde is opgesloten in de sulci =

gleuf of groef in de hersenen.



Een ander voordeel van de sulci is dat neuronen dichter bij elkaar worden gebracht waardoor de prikkeloverdracht sneller is.


De dikte van de cerebrale cortex varieert van 1,5 tot 4,5 mm en is gemiddeld 3 mm.



De cerebrale cortex bestaat uit:



1. Cellichamen van neuron, de dendrieten en sommige axonen;
2. Axonen en axonterminals van neuronen die projecteren op de cortex vanuit andere hersenregionen, zoals de subcortial thalamus.
3. Bloedvaten



Anatomische subdivisies
Bestaat uit vier hoofddivisies (als je het limbisch systeem buiten beschouwing laat);


1. Frontale lob
2. Parietale lob
3. Temporale lob
4. Occipitale lob


De cerebrale cortex bestaat uit:



1. C
2. A
3. B



1. Cellichamen van neuron, de dendrieten en sommige axonen;
2. Axonen en axonterminals van neuronen die projecteren op de cortex vanuit andere hersenregionen, zoals de subcortial thalamus.
3. Bloedvaten



Anatomische subdivisies
Bestaat uit vier hoofddivisies (als je het limbisch systeem buiten beschouwing laat);


1. Frontale lob
2. Parietale lob
3. Temporale lob
4. Occipitale lob


Anatomische subdivisies
Bestaat uit vier hoofddivisies (als je het limbisch systeem buiten beschouwing laat);



F
P
T
O


1. Frontale lob
2. Parietale lob
3. Temporale lob
4. Occipitale lob



De namen van de regionen zijn te herleiden naar de botten waar zij onder liggen. De regionen hebben verschillende functionele kenmerken en kunnen worden onderscheiden van elkaar door prominente scheiding in de vorm van uitgesproken sulci.



-De centrale sulcus (centrale groeve) scheidt de frontale lob van de parietale lob.


-De Sylvian fissure scheidt de temporale lob van de frontale en parietale lob.


-De occipitale lob scheidt zich van parietale lob en de temporale lob door de parieto-occipital sulcus.


-De linker en rechter hemisfeer worden van elkaar gescheiden door de interhemispheric fissure, ook wel longitudinal fissure genoemd en loopt van voor naar achteren over de voorhersenen.



Verbinding tussen de hemisferen wordt tot stand gebracht door cortical neuronen die door het corpus callosum
=witte hersenmassa, reizen.


Corpus callosum is de grootste witte verbinding ( = commissure) in het zenuwstelsel.



-De centrale sulcus (centrale groeve) scheidt de….


-De Sylvian fissure scheidt de …..


-De occipitale lob scheidt zich van …..


-De linker en rechter hemisfeer worden van elkaar gescheiden door …...



-Verbinding tussen de hemisferen wordt tot stand gebracht door …..


-De centrale sulcus (centrale groeve) scheidt de frontale lob van de parietale lob.


-De Sylvian fissure scheidt de temporale lob van de frontale en parietale lob.


-De occipitale lob scheidt zich van parietale lob en de temporale lob door de parieto-occipital sulcus.


-De linker en rechter hemisfeer worden van elkaar gescheiden door de interhemispheric fissure, ook wel longitudinal fissure genoemd en loopt van voor naar achteren over de voorhersenen.



Verbinding tussen de hemisferen wordt tot stand gebracht door cortical neuronen die door het corpus callosum
=witte hersenmassa, reizen.


Corpus callosum is de grootste witte verbinding ( = commissure) in het zenuwstelsel.


Verbinding tussen de hemisferen wordt tot stand gebracht door cortical neuronen die door

het corpus callosum = witte hersenmassa, reizen.


Corpus callosum is de grootste witte verbinding ( = commissure) in het zenuwstelsel.

Celarchitectuur



Dit is de microanatomie van cel types en hun organisatie, wordt ook wel cytoarchitectonics genoemd. Bestaat uit onderzoek naar

de prestatie van weefselanalyses van het weefsel van verschillende regionen van de cerebrale cortex. Doel is het vaststellen van de diverse hersenregionen.



Dit werk begon in het begin van de 20e eeuw door Korbinian Brodmann. Brodmann onderscheidt 52 regionen in de cerebrale cortex (figuur 3.11 pag. 70). Het systeem is niet systematisch georganiseerd, maar refereert aan de volgorde van ontdekking van de gebieden.



Andere onderzoekers namen ook overgangszones mee en kwamen zo tot meer dan 200 gebieden, dit lijkt minder aannemelijk. In de toekomst zal gebruik worden gemaakt van een combinatie van een functionele organisatie met deze indeling omdat we pas aan het begin staan van de ontdekking van alle functionele gebieden.

Doel is het vaststellen van de diverse hersenregionen.



Dit werk begon in het begin van de 20e eeuw door

Korbinian Brodmann. Brodmann onderscheidt 52 regionen in de cerebrale cortex (figuur 3.11 pag. 70). Het systeem is niet systematisch georganiseerd, maar refereert aan de volgorde van ontdekking van de gebieden.



Andere onderzoekers namen ook overgangszones mee en kwamen zo tot meer dan 200 gebieden, dit lijkt minder aannemelijk. In de toekomst zal gebruik worden gemaakt van een combinatie van een functionele organisatie met deze indeling omdat we pas aan het begin staan van de ontdekking van alle functionele gebieden.


Andere onderzoekers namen ook overgangszones mee en kwamen zo tot meer dan 200 gebieden, dit lijkt minder aannemelijk.



In de toekomst zal gebruik worden gemaakt van een combinatie van

een functionele organisatie met deze indeling omdat we pas aan het begin staan van de ontdekking van alle functionele gebieden.

De terminologie van de cortex is niet uniform. Er kan worden gerefereerd aan de brodmanns regio, cytoarchitecture, anatomische naam of functionele naam (deze verandert als er nieuwe ontdekkingen worden gedaan).



De cerebrale cortex kan worden beschreven volgens het algemeen patroon

van lagen.



90% van de cortex bestaat ui Neocortex. De neocortex bestaat uit 6 lagen met een hoge mate van specialisatie door de opbouw van neuronen.



Laag IV is een input laag die wordt gebruikt om informatie te ontvangen van de thalamus en anderen verderaf liggende delen van de cortex. Laag VI is een output laag die informatie van de cortex naar de thalamus stuurt en zorgt voor feedback.


Laag IV is een input laag die wordt gebruikt om informatie te ontvangen van

de thalamus en anderen verderaf liggende delen van de cortex.


Laag VI is een output laag die informatie van de cortex naar de thalamus stuurt en zorgt voor feedback.

3 types cortex:



1. N
2. M
3. A

1. Neocortex bestaat uit:
2. Meso cortex is een term voor
3. Allocortex heeft

3 types cortex:



1. Neocortex bestaat uit:
2. Meso cortex is een term voor
3. Allocortex heeft


1. Neocortex bestaat uit: primaire sensorische en motorische cortex en associatiecortex (gebieden niet duidelijk motorisch of primair sensorisch)



2. Meso cortex is een term voor de paralimbische regio, inclusief de cingulate gyrus, parahippocampal gyrus, insular gyrus en de orbitofrontale cortex. Mesocortex ligt tussen de neocortex en allocortex en heeft zes lagen



3. Allocortex heeft maar vier lagen van neuronen, inclusief de hippocampal complex en primaire olfactory cortex.

De kamers van de hersenen.



De hersenen bevatten een aantal met vloeistof gevulde kamers, ventrikels. Dit zijn de mogelijke kamers voor hogere functies. De kamers zijn gevuld met


cerebral fluid (CFS).



Deze vloeistof helpt om de hersenen te laten drijven, zodat niet alle druk van de hersenen op de schedel terecht komt. Zorgt tevens voor vermindering van schokken bij onverwachte of snelle beweging. CSF bevat proteïne, glucose, ijzers zoals pottasium, sodium en chloride.

cerebral fluid (CFS).



Deze vloeistof helpt om

de hersenen te laten drijven, zodat niet alle druk van de hersenen op de schedel terecht komt.



Zorgt tevens voor vermindering van schokken bij onverwachte of snelle beweging.



CSF bevat proteïne, glucose, ijzers zoals pottasium, sodium en chloride.


CSF bevat

proteïne,


glucose,


ijzers zoals pottasium, sodium en chloride.

Functionele gebieden



De lobben van de cerebrale cortex hebben verschillende functionele rollen in neurale processen. Het cognitieve brein wordt vaak voorgesteld als een netwerk waarvan de onderdelen zich bevinden in verschillende lobben in de hersenen.



Functies van het brein vertrouwen op cortical en subcortical onderdelen:



F


P


O


T


C




1 Motorische onderdelen van de frontale lob.
2. Somatosensorische gebieden van de parietale lob.
3. Verwerkingsgebieden in de occipital lob
4. Verwerkingsgebieden in de temporale lob.
5. Associatieve cortex


1. Motorische onderdelen van de frontale lob.



De frontale lob speelt een grote rol in plannen en uitvoering van bewegingen, kent twee subdivisies:


motor cortex en de prefrontale cortex. De motorcortex begint in de centrale sulcus en breidt zich uit in de voorste richting. De primaire motorische cortex (M1) correspondeert met BA4. Dit gebied is inclusief de voorste bank van de central sulcus en veel van de voorste gyrus.



Voor dit gebied bevinden zich twee hoofd motorische gebieden van de cortex (in BA6), de premotorische cortex op het laterale gebied van de hemisfeer en de aanvullende motorische cortex die aan de rugzijde van de premotorische gebied en zich uitbreidt rond het midden van de hemisfeer.



De motorische gebieden bevatten motorische axonen die reiken tot de ruggenwervel en hersenenstam en communiceren met neuronen in deze gebieden. Zie afb.
3.13 pag. 73



De buitenste laag van de motorische cortex bevat grote piramide vormige neuronen bekent als BEtz’s cells, genoemd naar vladimir alexsandrovisch Betz.



Dit zijn

de grootste neuronen in de cerebrale cortex en zijn 60 tot 80 mm dik in de celkern en met axonen die ver in de ruggenwervel kunnen doorlopen.



De prefrontale cortex speelt een rol in meer complexe taken van de planning en uitvoering van bewegingen, taken die integratie van informatie gedurende de tijd vergen. De prefrontale cortex kent vier hoofdgebieden:
• De dorsolaterale prefrontale cortex
• Orbitofrontale cortex
• De anterior cingulate
• Medial prefrontale cortex.


De prefrontale cortex speelt een rol in meer complexe taken van de planning en uitvoering van bewegingen, taken die integratie van informatie gedurende de tijd vergen.



De prefrontale cortex kent vier hoofdgebieden:



d


o


a


m

• Dorsolaterale prefrontale cortex
• Orbitofrontale cortex
• Anterior cingulate
• Medial prefrontale cortex.

2 Somatosensorische gebieden van de parietale lob.



Gelegen in het achterste gedeelte van de centrale sulcus en sluit aan op de postcentral gyrus en aansluitende gebieden, BA 1,2,3.



Deze gebieden ontvangen input van somatosensorische signalen van


de thalamus en staat voor informatie over aanraking, pijn, gevoeltemperatuur en de positie van ledematen.



De primaire somatosensorische cortex, S1, ligt direct achter de centrale sulcus en daarna volgt de secondary somatosensorische cortex, S2.



Deze ontvangt projecties vanuit S1.



Twee systemen;


1. Het anterolateraal systeem voor pijn en gevoel van temperatuur en


2. Wervelkolom medial lemniscal system voor informatie over aanraking, waarneming lichaamsprocessen en beweging.



Receptorcellen vertalen lichamelijke stimuli naar neuronale impulsen richting de ruggenwervel en naar de hersenen, gebruikmakend van synaptische connecties. De twee systemen van de somatosensorische informatie nemen verschillende routes via de ruggenwervel, de hersenstam en de middenhersenen op weg naar de thalamus, en daarna naar cortex.


Twee systemen;


1. Het anterolateraal systeem voor pijn en gevoel van temperatuur en


2. Wervelkolom medial lemniscal system voor informatie over aanraking, waarneming lichaamsprocessen en beweging.



Receptorcellen vertalen lichamelijke stimuli naar neuronale impulsen richting de ruggenwervel en naar de hersenen, gebruikmakend van synaptische connecties. De twee systemen van de somatosensorische informatie nemen verschillende routes via de ruggenwervel, de hersenstam en de middenhersenen op weg naar de thalamus, en daarna naar cortex.


Receptorcellen vertalen

lichamelijke stimuli naar neuronale impulsen richting de ruggenwervel en naar de hersenen, gebruikmakend van synaptische connecties.



De twee systemen van de somatosensorische informatie nemen verschillende routes via de ruggenwervel, de hersenstam en de middenhersenen op weg naar de thalamus, en daarna naar cortex.

3 Verwerkingsgebieden in de occipital lob



De primaire visuele cortex, ook wel genoemd striaite cortex, V1 of Ba17, ontvangt visuele input vanuit de

laterale geniculate nucleus van de thalamus (figuur 3.15 pagn. 75). Ligt in het middel van de cerebrale hemisferen en breidt zich alleen een klein stukje uit naar de erachter gelegen hemisfeer.



De cortex is uit het zicht gelegen en bestaat uit zes lagen, kleur, helderheid, oriëntatie en beweging. Visuele informatie van de buitenwereld wordt verwerkt door verschillende lagen in de retina en doorgestuurd door de optische zenuw naar de laterale geniculate kern van de thalamus en dan naar V1: het retinogeniculostriate pad of het primaire visuele pad.



Er is ook een secundair pad: van de retina naar subcorticale gebieden als de superieure colliculus van de middenhersenen (voor bijv. visuomotorische functies als oogbewegingen).



De striate cortex wordt omgeven door de extrastriate visuele cortex (prestriate visuele cortex bij apen), gebieden BA18 en BA19.


De cortex is uit het zicht gelegen en bestaat uit zes lagen, kleur, helderheid, oriëntatie en beweging. Visuele informatie van de buitenwereld wordt verwerkt door verschillende lagen in de retina en doorgestuurd door de optische zenuw naar ….

de laterale geniculate kern van de thalamus en dan naar V1: het retinogeniculostriate pad of het primaire visuele pad.



Er is ook een secundair pad: van de retina naar subcorticale gebieden als de superieure colliculus van de middenhersenen (voor bijv. visuomotorische functies als oogbewegingen).



De striate cortex wordt omgeven door de extrastriate visuele cortex (prestriate visuele cortex bij apen), gebieden BA18 en BA19.


Er is ook een secundair pad: van de retina naar

subcorticale gebieden als de superieure colliculus van de middenhersenen (voor bijv. visuomotorische functies als oogbewegingen).



De striate cortex wordt omgeven door de extrastriate visuele cortex (prestriate visuele cortex bij apen), gebieden BA18 en BA19.

4 Verwerkingsgebieden in de temporale lob.



Ligt in het beste gedeelte van de temporale lob en verborgen onder de Sylvian Fissure.



Projectie slakkenhuis gaat via subcorticale schakelingen naar

de mediale geniculate kern van de thalamus en dan naar de supratemporale cortex in een gebied bekend als hesc hl’s gyri.



Dit is de primaire auditieve cortex A1 en de auditieve associatiecortex (A2), achter van A1. Dit zijn de Brodmann gebieden 41 en 42.



Gebied Gebied 22 helpt in de perceptie van auditieve input: produceert geluidssensatie bij mensen.


Gebied Gebied 22 helpt in

de perceptie van auditieve input: produceert geluidssensatie bij mensen.

5 Associatie cortex



Bestaat uit het gebied van

de neocortex dat niet sensorisch of motorisch is.



Deze regio ontvangt van vele corticale gebieden en bevat cellen die geactiveerd worden door meer dan een sensorische modaliteit en heeft specifieke functionele rollen die niet specifiek motorisch of sensorisch zijn.



Gebieden van de visuele associatiecortex in de parietale lob en temporale lob zijn belangrijk voor een juiste perceptie van de visuele wereld. Dit gebied wordt geactiveerd als we een visuele herinnering oproepen, zelf bij afwezigheid van een visuele stimulus.



De associatiegedeelten van de parietale temporale occipitale gebieden van de linker hemisfeer hebben een prominente rol in het verwerken van taalverwerking, in de rechter hemisfeer is dit gebied gelinkt aan aandachtsoriëntatie.


Gebieden van de visuele associatiecortex in de parietale lob en temporale lob zijn belangrijk voor

een juiste perceptie van de visuele wereld. Dit gebied wordt geactiveerd als we een visuele herinnering oproepen, zelf bij afwezigheid van een visuele stimulus.



De associatiegedeelten van de parietale temporale occipitale gebieden van de linker hemisfeer hebben een prominente rol in het verwerken van taalverwerking, in de rechter hemisfeer is dit gebied gelinkt aan aandachtsoriëntatie.


De associatiegedeelten van de parietale temporale occipitale gebieden van de linker hemisfeer hebben een prominente rol in

het verwerken van taalverwerking,



in de rechter hemisfeer is dit gebied gelinkt aan aandachtsoriëntatie.

Limbisch systeem, basala ganglia, hippocampus en middenhersenen.



Betreft


de mesocortical en allocortical gebieden van de grote hersenen. Ook worden de subcorticale structuur en de basal ganglia en de middenhersenen behandeld.

Limbisch systeem



Bestaat uit verschillende structuren die een grens vormen rond de hersenstam, ook wel grand lobe limbique genoemd door Paul Broca.



Het limbisch systeem bestaat uit


-de cingulate gyrus,


-hypothalamus,


-tamalaci nuclei


-hippocampus.



Papez was in de jaren 30 de eerste die suggereerde dat het limbisch systeem verantwoordelijk is voor emotioneel gedrag = het papez circuit.



Momenteel wordt de amygdala, een groep van neuronen onder de hippocampus als een belangrijke speler beschouwd, samen met de orbitofrontale cortex en gedeelten van de basal ganglia. Het limbisch systeem heeft een rol in het verwerken van emoties, leren en geheugen.


Papez was in de jaren 30 de eerste die suggereerde dat het limbisch systeem verantwoordelijk is voor emotioneel gedrag = het papez circuit.



Momenteel wordt de ……………. als een belangrijke speler beschouwd, samen met de orbitofrontale cortex en gedeelten van de basal ganglia.



Het limbisch systeem heeft een rol in het verwerken van emoties, leren en geheugen.

de amygdala, een groep van neuronen onder de hippocampus als een belangrijke speler beschouwd, samen met de orbitofrontale cortex en gedeelten van de basal ganglia.



Het limbisch systeem heeft een rol in het verwerken van emoties, leren en geheugen.

Basal Ganglia



Is een verzameling van neuronale groepen gelegen in de voorhersenen onder de laterale ventricles.



De basal ganglia heeft een belangrijke rol in


de controle van bewegingen.



De drie belangrijkste subdivisies zijn



-de globus pallidus,


-caudate nucleus en


-putamen.



De caudate nucleus en putamen worden samen ook Neorstriatum genoemd.


Sterk samenhangend met de basale ganglia zijn de subthalamische kern en de substantia nigra (in de middenhersenen). Daarom vormen zij een onderdeel van de basal ganglia. Het grove anatomische onderscheid tussen de substantia nigra en de nucleaire groepen van de basale ganglia is minder belangrijk dan de microanalytische (/cellulaire) en functionele relaties.


De drie belangrijkste subdivisies zijn



-g


-ca


-p



De caudate nucleus en putamen worden samen ook Neorstriatum genoemd.


Sterk samenhangend met de basale ganglia zijn de subthalamische kern en de substantia nigra (in de middenhersenen). Daarom vormen zij een onderdeel van de basal ganglia. Het grove anatomische onderscheid tussen de substantia nigra en de nucleaire groepen van de basale ganglia is minder belangrijk dan de microanalytische (/cellulaire) en functionele relaties.


-globus pallidus,


-caudate nucleus en


-putamen.



De caudate nucleus en putamen worden samen ook Neorstriatum genoemd.



Sterk samenhangend met de basale ganglia zijn de subthalamische kern en de substantia nigra (in de middenhersenen). Daarom vormen zij een onderdeel van de basal ganglia. Het grove anatomische onderscheid tussen de substantia nigra en de nucleaire groepen van de basale ganglia is minder belangrijk dan de microanalytische (/cellulaire) en functionele relaties.


Sterk samenhangend met de basale ganglia zijn de

-subthalamische kern en


-substantia nigra (in de middenhersenen).



Daarom vormen zij een onderdeel van de basal ganglia.


Het grove anatomische onderscheid tussen de substantia nigra en de nucleaire groepen van de basale ganglia is minder belangrijk dan de microanalytische (/cellulaire) en functionele relaties.

Formatie hippocampus en midden temporale lob.



Het gebied van de voorhersenen langs buik van de temporale lob bevat


de hippocampus en geassocieerde gebieden als de dentate (tandvormige) gyrus, parahippocampale gyrus en de entorhinale cortex.



Hippocampus en dentate gyrus bestaan uit een cortex van 3 of 4 lagen (archicortex), entorhinal en parahippocampaal heeft 6 lagen (mesocortex). Hippocampus is onderverdeeld in de zones CA1, CA2, CA3 en CA4 (Cornu Ammonis = dwarsdoorsnede die eruit ziet als de hoorn van de ram) en zijn gebaseerd op verschillen in celstructuur (morfologie), verbindingen en ontwikkeling.



De Hippocampus speelt een centrale rol in geheugen en leren.

Hippocampus en dentate gyrus bestaan uit een cortex van 3 of 4 lagen (archicortex), entorhinal en parahippocampaal heeft 6 lagen (mesocortex).



Hippocampus is onderverdeeld in de zones

CA1, CA2, CA3 en CA4 (Cornu Ammonis = dwarsdoorsnede die eruit ziet als de hoorn van de ram) en zijn gebaseerd op verschillen in celstructuur (morfologie), verbindingen en ontwikkeling.



De Hippocampus speelt een centrale rol in geheugen en leren.


De Hippocampus speelt een centrale rol in

geheugen en leren.

Diencephalon = tussenhersenen



Het overgebleven gedeelte van de voorhersenen zijn



T


H


de thalamus en


de hypothalamus, samen de tussenhersenen.



Deze bestaat uit een groep van gespecialiseerde cellen met interconnecties naar wijdverspreide hersengebieden.

Thalamus – Griekse naam voor binnenkamer.



De thalamus ligt in het voorste gedeelte van de hersenstam. De grens van de thalamus ligt:

1) derde ventrikel (mediaal), fornix en corpus callosum (dorsaal) en de interne capsule (lateraal), Interne capsule zijn de projectievezels van de motorische cortex naar de hersenstam en ruggenmerg. Bij sommige mensen wordt de linker en rechter thalamus verbonden door een brug van grijze materie: de intermediaire massa (massa intermedia).


De thalamus is de poort naar de cortex: m.u.v. olfactorische sensaties passeren alle andere sensorische modaliteiten dit schakelstation. Voor de verschillende vormen sensorische sensaties zijn er verschillende kernen:



a) laterale geniculate kern: van retina en naar primaire visuele cortex (BA17).
b) mediale geniculate kern: van binnenoor en naar primaire auditieve cortex.
c) ventrale posterieure kernen: van somatosensorische info en naar (en van) somatosensorische cortex.



De thalamus krijgt ook info van basale ganglia, cerebellum, neocortex en mediale temporale kwab en stuurt info terug. De pulvinaire kern is een belangrijk onderdeel op de posterieure pool: het verzorgd integratieve functies vanuit meerdere corticale gebieden (Zie fig 3.24 en 3.25, blz 82/83)


De thalamus is de poort naar de cortex: m.u.v. olfactorische sensaties passeren alle andere sensorische modaliteiten dit schakelstation.



Voor de verschillende vormen sensorische sensaties zijn er verschillende kernen:



a) laterale geniculate kern: van retina en naar primaire visuele cortex (BA17).
b) mediale geniculate kern: van binnenoor en naar primaire auditieve cortex.
c) ventrale posterieure kernen: van somatosensorische info en naar (en van) somatosensorische cortex.



De thalamus krijgt ook info van basale ganglia, cerebellum, neocortex en mediale temporale kwab en stuurt info terug. De pulvinaire kern is een belangrijk onderdeel op de posterieure pool: het verzorgd integratieve functies vanuit meerdere corticale gebieden (Zie fig 3.24 en 3.25, blz 82/83)


De thalamus krijgt ook info van basale ganglia, cerebellum, neocortex en mediale temporale kwab en stuurt info terug.



De pulvinaire kern is een belangrijk onderdeel op de posterieure pool: het verzorgd

integratieve functies vanuit meerdere corticale gebieden (Zie fig 3.24 en 3.25, blz 82/83)

Hypothalamus



Gesitueerd onder de thalamus en bestaat uit


een kleine verzameling kernen en zenuwcellen die op de bodem van het derde ventrikel liggen.



De hypothalamus is belangrijk voor het autonoom zenuwstelsel en het endocriene zenuwstelsel en controleert functies die samenhangen met homeostase.



De hypothalamus is ook betrokken bij emotionele processen en de controle van de hypofyse. Hormonen geproduceerd door hypothalamus controleren groot gedeelte endocrien systeem. De afscheiding van peptiden (aminozuren) door de hypothalamus zorgt de voorste hypofyse voor het vrijkomen van hormonen in de bloedbaan zoals, groeihormonen, adrenocorticotrope, thyroide stimulerende hormonen. Vanuit de achterste hypofyse komen de hormonen vasopressin en oxytocine vrij. Zij reguleren respectievelijk het waterbehoud in de nieren en de melkproductie en baarmoedercontracties.



De hypothalamus krijgt input van de limbische cortex, het mesencefalon, amygdala en retina (circadiaanse ritmiek = licht-donkercyclus). Zij geeft info aan prefrontale cortex, amygdala, ruggenmerg en hypofyse.



Naast directe neuronale projecties is er dus een indirecte d.m.v. peptide hormonen die via de bloedstroom andere organen beïnvloeden. Dit werkt ook de andere kant op: hormonen in het bloed beïnvloeden de Hypothalamus en leiden tot een neurale respons.


De hypothalamus is ook betrokken bij

emotionele processen en de controle van de hypofyse.



Hormonen geproduceerd door hypothalamus controleren groot gedeelte endocrien systeem. De afscheiding van peptiden (aminozuren) door de hypothalamus zorgt de voorste hypofyse voor het vrijkomen van hormonen in de bloedbaan zoals, groeihormonen, adrenocorticotrope, thyroide stimulerende hormonen. Vanuit de achterste hypofyse komen de hormonen vasopressin en oxytocine vrij. Zij reguleren respectievelijk het waterbehoud in de nieren en de melkproductie en baarmoedercontracties.



De hypothalamus krijgt input van de limbische cortex, het mesencefalon, amygdala en retina (circadiaanse ritmiek = licht-donkercyclus). Zij geeft info aan prefrontale cortex, amygdala, ruggenmerg en hypofyse.



Naast directe neuronale projecties is er dus

een indirecte d.m.v. peptide hormonen die via de bloedstroom andere organen beïnvloeden.



Dit werkt ook de andere kant op: hormonen in het bloed beïnvloeden de Hypothalamus en leiden tot een neurale respons.

Hersenstam



De hersenstam bestaat uit


de mesencephalon = middenhersenen, de pons en de medulla.



Vormen het CNS tussen de middenhersenen en de ruggenwervel. Het staat uit groepen motorische en sensorische kernen, kernen van ververspreide neurotransmitters en witte materie van sensorische en motorische signalen.



De organisatie wordt meer complex van ruggenmerg via hersenstam naar tussenhersenen en cerebrale cortex en reflecteert het complexe gedrag dat voorkomt uit deze regionen.



Schade aan de hersenstam heeft grote gevolgen. Immers een kleine schade betekent relatief een groot gebied van de hersenstam en heeft invloed op bewustzijn (slapen en waken) en ademhaling.

Middenhersenen
= mesencephalon en ligt


achter de tussenhersenen en de pons. Het omgeeft het cerebrale aquaduct dat het derde en vierde ventrikel verbindt en bestaat uit een tectum = „dak‟, een tegmentum = grootste gedeelte van de tussenhersenen en grote vezels = crus cerebri van de voorhersenen naar het ruggenmerg.



De middenhersenen bestaat uit neuronen die participeren in visuomotorische functies, visuele reflexen en auditieve schakelingen. Het bevat rode kernen die betrokken zijn met motorische coördinatie. De recticulaire = netvormige functie van de middenhersenen bestaat uit motorische en sensorische kernen die participeren in opwinding, ademhaling, hartslag, spieractiviteit en pijnregulatie.


De middenhersenen bestaat uit neuronen die participeren in visuomotorische functies, visuele reflexen en auditieve schakelingen. Het bevat rode kernen die betrokken zijn met motorische coördinatie.



De recticulaire =

netvormige functie van de middenhersenen bestaat uit motorische en sensorische kernen die participeren in opwinding, ademhaling, hartslag, spieractiviteit en pijnregulatie.

Pons en medulla
= samen de hind hersenen =

achterhersenen.



De kernen in de pons hebben auditieve en balansfuncties. Daarnaast zijn sensorische en motorische kernen van de mond en het gezicht hier gelokaliseerd, net als visuomotorische kernen van de oogspieren.



Ook in dit gedeelte zijn er grote porties reticulaire formatie.

De medulla oblongata, of verlengde merg



De medulla oblongata, of verlengde merg, is het gedeelte van de hersenen dat

de hersenstam met het ruggenmerg verbindt.



Men is het er niet over eens of het een onderdeel van de hersenstam is, of op zichzelf staat.



Het zendt opdrachten vanuit de hersenen door naar alle lichaamsdelen. Tevens bevat het centra die de hartslag, ademhaling, spijsvertering en bloeddruk reguleren. In de medulla oblongata vindt ook de kruising van zenuwbanen plaats. Dit zijn de zenuwbanen van de tast en voor de motorische aansturing van spieren van armen en benen. Hierdoor is het linker deel van de hersenen verantwoordelijk voor de binnenkomst van informatie en de aansturing van spieren in het rechter deel van het lichaam, en andersom.



Een aandoening aan het verlengde merg kan dan ook ernstige gevolgen hebben, zoals gevoelsstoornissen en verlamming.



Mogelijke oorzaken voor een aandoening aan de medulla oblongata zijn:


1. beknelling door een hernia, een tumor of een aangeboren afwijking
2. een ontsteking
3. beschadiging door een ongeval.



Samenvattend zijn de hersenstamneuronen verantwoordelijk voor veel sensorische en motorische processen (vooral visueel motorisch, auditief, evenwicht), motorische controle + sensatie van gezicht, mond, keel, ademhaling en hart.

De medulla oblongata, of verlengde merg zendt opdrachten vanuit de hersenen door naar

alle lichaamsdelen.



Tevens bevat het centra die de hartslag, ademhaling, spijsvertering en bloeddruk reguleren. In de medulla oblongata vindt ook de kruising van zenuwbanen plaats.



Dit zijn de zenuwbanen van de tast en voor de motorische aansturing van spieren van armen en benen. Hierdoor is het linker deel van de hersenen verantwoordelijk voor de binnenkomst van informatie en de aansturing van spieren in het rechter deel van het lichaam, en andersom.



Een aandoening aan het verlengde merg kan dan ook ernstige gevolgen hebben, zoals gevoelsstoornissen en verlamming.



Mogelijke oorzaken voor een aandoening aan de medulla oblongata zijn:


1. beknelling door een hernia, een tumor of een aangeboren afwijking
2. een ontsteking
3. beschadiging door een ongeval.



Samenvattend zijn de hersenstamneuronen verantwoordelijk voor veel sensorische en motorische processen (vooral visueel motorisch, auditief, evenwicht), motorische controle + sensatie van gezicht, mond, keel, ademhaling en hart.


Een aandoening aan het verlengde merg kan ernstige gevolgen hebben, zoals gevoelsstoornissen en verlamming.



Mogelijke oorzaken voor een aandoening aan de medulla oblongata zijn:


1. beknelling door een hernia, een tumor of een aangeboren afwijking
2. een ontsteking
3. beschadiging door een ongeval.



Samenvattend zijn de hersenstamneuronen verantwoordelijk voor veel sensorische en motorische processen (vooral visueel motorisch, auditief, evenwicht), motorische controle + sensatie van gezicht, mond, keel, ademhaling en hart.

Cerebellum



Bestaat uit een

grote neurale structuur ter hoogte van de pons.



Het cerebellum vormt het dak van het 4e ventrikel en ligt op de cerebellare penducles = voeten = massieve in- en outputvezels van het cerebellum.



Het cerebellum kan worden onderverdeeld in de cerebellaire cortex, 4 paar diepe kernen en interne witte materie (Zie fig. 3.30, blz. 86).



Schattingen van aantal cellen is 11 miljard, net zoveel als de rest van het CZS. De input heeft veelal betrekking op motorische en sensorische verwerking, waarbij het gaat om de positie van het lichaam.



Het is essentieel in handhaving van de stand, lopen en het maken van gecoördineerde bewegingen.



Het controleert bewegingen niet direct, maar integreert informatie over het lichaam en motorische commando‟s en past motorische output aan om vloeiende gecoördineerde bewegingen tot stand te brengen. Alcohol tast als eerste de kleine hersenen aan.


Het cerebellum kan worden onderverdeeld in

de cerebellaire cortex, 4 paar diepe kernen en interne witte materie (Zie fig. 3.30, blz. 86).



Schattingen van aantal cellen is 11 miljard, net zoveel als de rest van het CZS. De input heeft veelal betrekking op motorische en sensorische verwerking, waarbij het gaat om de positie van het lichaam.



Het is essentieel in handhaving van de stand, lopen en het maken van gecoördineerde bewegingen.



Het controleert bewegingen niet direct, maar integreert informatie over het lichaam en motorische commando‟s en past motorische output aan om vloeiende gecoördineerde bewegingen tot stand te brengen. Alcohol tast als eerste de kleine hersenen aan.


Het cerebellum is essentieel in handhaving van de stand, lopen en het maken van gecoördineerde bewegingen.



Het controleert bewegingen niet direct, maar

integreert informatie over het lichaam en motorische commando‟s en past motorische output aan om vloeiende gecoördineerde bewegingen tot stand te brengen. Alcohol tast als eerste de kleine hersenen aan.

Ruggenwervel



Loopt van medulla naar

cauda equina = staartbotje.



Het voert de finale motorische signalen naar de spieren en vervoert sensorische informatie naar het brein.



Op ieder niveau van het ruggenmerg bestaan reflexpaden (bijv. Voor de knie).



Grove anatomie:


-Witte materie draagt sensorische en motorische informatie, de cellichamen zijn georganiseerd in de meer centrale grijze materie (zie fig. 3.31, blz. 87). De grijze materie bevat motorneuronen, inter-neuronen en sensorische neuronen.



-De grijze materie lijkt op een vlinder met twee hoornen,


- een dorsale = inter- en sensorische neuronen. De laatste hebben invloed op motorneuronen en helpen bij de coördinatie van bewegingen. Deze route vervoert sensorische informatie vanuit het ruggenmerg, en
- ventrale hoorn = motorneuronen naar de spieren.). deze route vervoert motorische output door het ruggenmerg.


Grove anatomie:



-W


-G

-Witte materie draagt sensorische en motorische informatie, de cellichamen zijn georganiseerd in de meer centrale grijze materie (zie fig. 3.31, blz. 87). De grijze materie bevat motorneuronen, inter-neuronen en sensorische neuronen.



-De grijze materie lijkt op een vlinder met twee hoornen,


- een dorsale = inter- en sensorische neuronen. De laatste hebben invloed op motorneuronen en helpen bij de coördinatie van bewegingen. Deze route vervoert sensorische informatie vanuit het ruggenmerg, en
- ventrale hoorn = motorneuronen naar de spieren.). deze route vervoert motorische output door het ruggenmerg.


-De grijze materie lijkt op een vlinder met twee hoornen:



D


V


- een dorsale = inter- en sensorische neuronen. De laatste hebben invloed op motorneuronen en helpen bij de coördinatie van bewegingen. Deze route vervoert sensorische informatie vanuit het ruggenmerg, en
- ventrale hoorn = motorneuronen naar de spieren.). deze route vervoert motorische output door het ruggenmerg.

Autonoom zenuwstelsel.



Wordt ook wel genoemd: Autonomic of visceral motor systeem en is onderdeel van het perifeer zenuwstelsel.



Het controleert

actie van soepele spieren, hart en verschillende klieren.



Bestaat uit een parasympathisch en sympathisch gedeelte (Zie fig. 3.32, blz. 88).



Het sympathische gebruikt de neurotransmitter norepinefrine, het parasympathische acetylcholine. De 2 systemen werken vaak tegengesteld: activering van het sympathisch stelsel (adrenaline wordt losgelaten) voor fight or flight; activering van het parasympathisch tegengesteld. Het autonome systeem


-Het sympathische gebruikt de neurotransmitter …….


-het parasympathische ……..



-Het sympathische gebruikt de neurotransmitter norepinefrine,


-het parasympathische acetylcholine.



De 2 systemen werken vaak tegengesteld: activering van het sympathisch stelsel (adrenaline wordt losgelaten) voor fight or flight; activering van het parasympathisch tegengesteld. Het autonome systeem