• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/21

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

21 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Indexcijfer

Verhoudingscijfer waarmee je een reeks getallen duidelijker kunt aangeven en getallen gemakkelijker kunt vergelijken.

Inflatie

Gemiddelde stijging van prijzen in een land.

Menselijk kapitaal

De kwalitiet van de productiefactor arbeid.

Nominale rente

Het rentepercentage dat de bank geeft of vraagt.

Reële rente

De nominale rente, gecorrigeerd voor inflatie

Rente

De koste van een geldlening

Basisinnovatie

Belangerijke innovatie die ook andere innovaties mogelijk maakt.

Processinovatie

Het vernieuwen van productiemethoden.

Innovatie

Vernieuwing van producten, productieprocessen of kapitaalgoederen.

Productinnovatie

Het ontwikkelen van nieuwe en/of verbeterde producten.

Rendement (van een investering)

De extra winst als gevolg van een investering.

R&D

Onderzoek en ontwikkelen (O&O); Speur en ontwikkelingswerk: (S&O)

AOW (Algemene OuderdomsWet)

Wet die de uitkering van 65-plussers regelt.

AOW-premie

Inhouding op het inkomen waarvan de uitkeringen aan 65-plussers word uitbetaald.

Kapitaaldekkingsstelsel

De uitkering worden betaald van een kapitaal dat in de loop van de tijd is opgebouwd.

Lijfrenteverzekering

Na betaling van een eenmalig of periodieke premie krijg je op of vanaf de einddatum een uitkering.

Omslagstelsel

Het geld dat nodig is voor uitkeringen word overgeheveld van werkende naar uitkeringsgerechtigden

Begrotingstekort

Het verschil tussen uitgaven van het Rijk en de ontvangsten van het Rijk

Investeren

Kopen van kapitaalgoederen

Staatschuld

De totale schuld die het rijk in de loop van de jaren nog moet terugbetalen.

Structuur

De hoevelheid productiefactoren en de kwaliteit van de productiefactoren