Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
15 Cards in this Set
- Front
- Back
Ontwikkelingspsychologie |
De wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit van conceptie tot adolescentie. |
|
Fysieke ontwikkeling |
Betrekking tot de fysieke opbouw van het lichaam, zoals je hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en slaap. |
|
Cognitieve ontwikkeling |
Betrekking op de manier waarop het gedrag van mensen wordt beinvloed door groei en verandering in de eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden. (gedachtes, enz.) |
|
Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling |
Betrekking tot sociale relaties en interacties met anderen en op duurzame eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden |
|
Cohort |
Een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren. |
|
Normatieve gebeurtenissen |
Gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde manier voltrekken. |
|
Normatieve invloeden |
Invloeden die leiden tot conformiteit omdat men de gevolgen van afwijkend gedrag vreest. |
|
Continue verandering |
Geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald niveau voortvloeien uit die van vorige niveaus |
|
Discontinue verandering |
Ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia. |
|
Kritieke periode |
Een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen heeft |
|
Plasticiteit |
De mate waarin ontwikkelingsgedrag of fysieke structuur kan worden gewijzigd |
|
Gevoelige periode |
Afgebakende periode, meestal vroeg in het leven van een organisme, waarin deze extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden die betrekking hebben op een bepaald facet van de ontwikkeling |
|
Maturatie |
Het proces van geleidelijk ontvouwen van genetische informatie |
|
Levensloopmodel |
In moderne theorieen ligt de nadruk op groei en verandering in de loop van de levensduur en op verbanden tussen verschillende perioden. |
|
Focus op specifieke perioden |
Vroege ontwikkelingspsychologen zien de kindertijd en de adolescentie nadrukkelijk als de belangrijkste perioden |