Medische Pathologie Thema 2

Verharding van de bloedvaten door ophoping van vet en de reactie van bloedvaten hierop.

Bij aftakkingen van de aorta zijn wervelingen van bloed waardoor vet kan neerslaan op de wand

LDL receptoren transporteren dit cholesterol de Intima in, hierdoor verdikt de intima.

Spiervezels uit de Media gaan door de interne elastische lamina en dringen de intima binnen waardoor deze nog verder verdikt. Dit vormt een plaque.

Endotheel cellen activeren macrofagen die de plaque binnenkomen om het vet op te ruimen deze vormen zo schuimcellen die vol zitten met vet.

Macrofagen zorgen ze voor een ontstekingsreactie in de palque en produceren ze groeifactoren die de ophoping van spiercellen stimuleren

Sommige cellen diep in de plaque sterven af door zuurstofgebrek en vormen zo een necrotische kern.

Sommige cellen diep in de plaque sterven af door zuurstofgebrek en vormen zo een necrotische kern. Die is omgeven door een fibrotische cap van spiercellen, macrofagen, vet en lymfocyten.- karakteristieke laesie

Ook kan er calcificatie van de plaque ontstaan door het neerslaan van calciumzouten

Pas bij een verstopping van >70% van het bloedvat krijg je last van de atherosclerose.

Risico factoren:
Hypercholestrol, cholesterol komt in het bloed nadat het door het lymfesysteem is opgenomen vanuit de darmen. Het wordt opgenomen in de lever en uitgescheiden naar de organen of omgezet in very LDL. Dit kan omgezet worden in LDL dat aan zijn receptor op endotheelcellen kan binden.
Roken
Diabetes
Ouderdom en mannelijk zijn
Stress, tekort aan beweging
Hoge bloeddruk

Altijd in arteriën, want er zijn gladde spiervezels, wervelingen en een hoge bloeddruk nodig:

-Vertakking naar benen en in hersenen
-Kransslagader
-Beenslagaderen
-Hersenslagader

Dotteren, opblazen van een ballonnetje in de ader waar de plaque zit. Deze methode had vaak complicaties van losschietende stukken plaque. Daarom is er nu een methode ontwikkeld met 2 ballonnetjes. De ene houdt het bloed tegen en de andere maakt de plaque kapot. De stukken plaque worden opgezogen en de procedure wordt herhaald.

*Infarct
*Oedeem
*Trombose
*Embolie
*Aneurisma
*Shock

ophiping van vocht in ruimtes.

*Stijging in de druk vd longaders zorgt voor kortademigheid.

*Door de druk kan er ook vocht uit de longblaasjes gedrukt worden, dit zorgt voor oedeem

*Ook wordt de aorta niet goed gevuld waardoor de organen niet genoeg bloed krijgen.

*De nieren geven hierdoor aldosteron af waardoor de bloedvaten vernauwen en de bloeddruk nog hoger wordt.

Er wordt niet genoeg bloed rondgepompt, dit zorgt voor ophoping van bloed in de venen en een hogere veneuze druk.

Door de vermindere bloedstroom kaunnen organen gaan opzwellen en pijn doen.
Ook kan oedeem in de benen ontstaan doordat de venen dicht gedrukt worden.

*opname van de vocht is geblokkeerd door een vb tumor.

er worden meer mineralen uit het bloed gehaald dan dat er terug ingestopt worden > water uit bloed > oedeem.

endotheliale schade, verstoorde bloedstroom en hypercoagulabiliteit

Wanneer er een scheurtje in de plaque komt door beschadiging van het endotheel kunnen er bloedplaatjes aan blijven hangen. Dit zorgt voorbloedstolling en verklontering op de plek van de atherosclerose.

Wanneer deze bloedstolling en verklontering op de plek van de atherosclerose blijft zitten in de wand, heet deze murale trombus.

*Deze trombus heeft lijnen van Zahn doordat om en om bloedplaatjes met fibrine en erytrocyten in cluwen neerslaan op de trombus.
*Dit gebeurt in fases en alleen in gebieden met stromend bloed, niet post-mortaal.

*De trombus kan ook losschieten en blijft dan zitten in het eerste smalle bloedvat wat hij tegen komt, dit zijn vaak de longen.

*De trombus kan ook oplossen door plasmides of georganiseerd worden, zodat er nog wel bloed door het vat heen kan stromen

Het weefsel is dan veel grijzer gekleurd en al ouder en wordt granulatieweefsel genoemd.

Trombose kan ook in venen ontstaan door lage bloeddruk, stasis en slechte venen.

Is een afsluiting van de veneuze of arteriële circulatie.

*los schitende trombose
*lucht bellen
*Stukken van tumor

Wanneer een trombose losschiet en een van de aderen in de longen blokkeert kan dit tot afsterving van het longweefsel leiden, longembolie. Vaak zijn diepe veneuse tromi in de benen hier de oorzaak van.

De bloedvatwand verzwakt waardoor een aneurysma ontstaat. De kans dat deze scheurt is hoog, wat resulteert in enorme bloedingen.

op de plekken waar de bloeddruk hoog is. In de bocht van de aorta of net voor de aftakking van de beenslagaderen.

De 2 wanden van het bloedvat komen los van elkaar en bloed stroomt hierin.

Door een scheur komt er bloed in het hartzakje
Een scheur kan ook voor zwelling zorgen waardoor de hartkleppen niet meer goed dicht kunnen en er bloed terug het hart instroomt  hartfalen.

*het hart niet op volle kracht pompen > ademnood.

*Een scheur kan ook voor zwelling zorgen waardoor de hartkleppen niet meer goed dicht kunnen en er bloed terug het hart instroomt > hartfalen.

Aneurysma kan ook ontstaan door ophopingen van bacteriën in de vaten.

De vaatwand verslapt waardoor de bloeddruk te laag wordt en de cellen niet meer genoeg voedingstoffen en zuurstof krijgen. Kan ook komen door vochtverlies vanuit de aderen of een slecht werkend hart.

Verhoogde grootte en functie van cellen/weefsels.

Hypertrofie van het hart ontstaat door een langdurige hoge bloeddruk

een vergrote linker ventrikelwand. Hierdoor verkleint het volume van de ventrikel en moeten de spieren steeds harder werken. Wanneer de spieren het niet meer aankunnen leidt dit tot hartfalen.

Een defect in de spiercellen van het hart

Wordt vaak veroorzaakt door mutaties en genetische factoren.

*De spier gaat harder werken wat resulteerd in hypertrofie.

*De spiercel sterft af en er wordt litteken weefsel gevormd, waardoor de flexibiliteit van de hartwand verminderd.

De kransslagaderen van het hart lopen tussen het epicard (buitenkant van de hart wand) en het pericard (zakje om het hart).

Wanneer een van deze kransslagaderen verstopt raakt kan dit leiden tot ischemie (verminderde bloedtoevoer) en sterfte van een stuk van het hart > hartinfarct.

Transmural: associated with atherosclerosis involving major coronary artery. It can be subclassified into anterior, posterior, or inferior. Transmural infarcts extend through the whole thickness of the heart muscle and are usually a result of complete occlusion of the area's blood supply

Kan zorgen voor pericarditis (ontsteking hartzakje) Door dat een deel van het hard niet genoeg bloed krijgt sterft het af. Door deze necrose worden er ontstekingsfactoren losgelaten waardoor ook het pericard kan gaan ontsteken. Hierdoor verdwijnt het vocht tussen de pericard wanden en kleven ze aan elkaar.

Dit kan gediagnosticeerd worden door het geluid van pericardwrijven,

Gedeeltelijke afsluiting van de bloedvaten of een lage bloeddruk resulteert dat de dieper gelegen delen van de myocardwand te weinig zuurstof krijgen en afsterven.

regeneratie en reparatie

*1 dag na beschadiging: acute ontsteking met gelobde kernen
*3 weken na beschadiging: granule fase, zwak weefsel dat kans heeft op scheuren, voorkomen: geen inspanning, beta-blockers
*3 maanden na beschadiging: sterk littekenweefsel met veel bindweefsel

Zuurstofrijk bloed van het hart via de slagaders naar de rest van het lichaam

Zuurstofarm bloed vanuit de venen naar het hart naar de longen, waar het als zuurstofrijk bloed terug komt in het hart

voert een deel van het vocht uit weefsels af, komt via de ductus thoracicus of truncus lymphaticus in het bloed terecht

een tunica intima, tunica media en tunica adventitia

Het arteriële stelsel bestaat uit: musculeuze arteriën, arteriolen, capillairen (gefenestreerd+continu+discontinu) en venulen.

De arteriën en arteriolen staan onder invloed van neuronale en homonale factoren.

Sympatische stimulatie zorgt voor samentrekking en parasympatische stimulatie zorgt voor verslapping.

Het veneuze stelsel bestaat uit: post-capillaire venulen, grotere venulen en venen.

schermt bloed af van de rest van het lichaam, reduceren turbulentie in de bloedstroom, reguleren bloeddruk en bloedstolling en helpen bij ontstekingsbestrijding.

hoeveelheid bloed die door één ventrikel in één minuut wordt uitgepompt. Wordt bepaald door de hartfrequentie en het slagvolume.

De hoeveelheid bloed die in één hartslag door één ventrikel wordt uitgepompt.

Hypertensie: Verhoogde bloeddruk. De nieren zorgen voor de excretie van zouten wanneer dit niet goed genoeg gebeurd wordt er renine vrijgegeven. Dit zorgt voor de aanmaak van angiotensine I wat omgezet wordt naar angiotnesine II. Dit stimuleert de samentrekking van bloedvaten (hogere bloeddruk) en de aanmaak van aldesteron. Aldesteron zorgt voor verhoogde natrium heropname uit de urine door de nieren > meer zout in het bloed > meer water in het bloed > hogere bloeddruk

Door de hoge bloeddruk spannen de spiercellen rondom de vaatwanden zich voortdurend aan. Dit zorgt voor een verkleining van het lumen van het bloedvat en dus een nog hogere bloeddruk. Ook wordt de spiercellaag dikker om te voorkomen dan het bloedvat scheurt.

Aorta, longslagader, takken vd aorta

De gladde spiervezels zorgen ervoor dat de wand kan uitrekken tijdens te systole van het hart en kan samentrekken tijdens de diastole van het hart. Hierdoor blijft de bloeddruk constant, windketel functie.

De Tunica Media bevat veel elastische membranen en gladde spiervezels.

* De Tunica Adventitia bevat bloedvaten om voedingstoffen en zuurstof bij de gladde spiervezels te brengen(vasa vasorum).
* Ook bevat hij zenuwcellen en collageen, dat zorgt dat de vaatwand niet overstrekt wordt.

De wand bevat baroreceptoren die de bloeddruk kunnen meten en chemoreceptoren die de zuurstofconcentratie kunnen meten.

De middelgrote musculeuze arterie bevat veel spiervezels in de tunica media en enkele elastische membranen. Er is een duidelijke membrana elastica interna en externa aan te wijzen.

De musculeuze arteriën zorgen voor de verdeling van bloed over de organen. Door bijvoorbeeld een precapillaire sfincter.

Dit is een band van spiervezels rondom een capillair die de bloedinstroom reguleert.

De vene heeft slecht 1 spiercellenlaag en heeft dus een hele dunne Tunica Media.

De Tunica Adventitia is in verhouding dikker.

de kleppen zijn gemaakt uit geplooide stukken van de tunica intima

Grotere venen (vena cava) bevatten meer spiervezels die rondom het bloedvat liggen aan de buitenkant van de Tunica Adventitia.

De hartwand heeft 3 verschillende lagen.
*endocard
*myocard
*epicard

Het Endocard dat bestaat uit epitheelcellen en aan de luminale zijde van de wand ligt. Richting het myocard zit de subendocardiale laag waarin bloedvaten, zenuwcellen en Purkinje vezels zitten.

De Purkinje vezels zijn grote lichte cellen met een groot cytoplasmatisch gedeelte, ze geleiden het signaal om samen te trekken van de AV knoop in het hart naar de spieren

Het myocard bestaat uit vele spiervezelcellen die alle kanten op liggen. Deze cellen bestaan voor 25% uit mitochondriën.

Het Epicard bestaat uit vetcellen, zenuwbundels en grote bloedvaten en zit aan het pericard vast.

Een hartklep heeft een dichte fibrotische kern die is omgeven door endotheel. Omdat de hartklep geen bloedvaten bevat is hij moeilijk te bereiken door witte bloedcellen. Hierdoor geneest de hartklep bij beschadiging slecht.

De lichte gebieden bestaan voornamelijk uit bloed-plaatjes,fibrine en in mindere mate rodebloedcellen,terwijl dedonkere lagen juist veel erythrocyten bevatten.

*We spreken van organisatie als de trombus vervangen gaat worden door granulatie weefsel.
*gunstig effect, er kunnen geen embolien meer ontstaan.

*polymorfkernige als monomorfkernige ontstekingscellen >> chronisch actieve pericarditis

*veneuze trombi ontstaan als gevolg van stasis (statische toestand van bloed)


*naast bloedplaatjes en fibrine zijn daar ook veel RBC's en leukocyten.

*cholesterol kristallen
*schuimcellen

De fagocyten die vetresten fagocyteren gaan dood, waar op hun beurt nieuwe fagocyten komen en hun resten fagocyteren.

meer fibroblasten en collageen afzetting. vorming van capillairen

minder rode granulatieweefsel >> meer collageen , minder plaques >> deze weefsel light dichter bij de wand van de bloedvat.

o.a collageen

vergroting van het hart, met name de ventrikelwand. Als gevolg daarvan wordt de hartwant stijver, zodat de hartkamers tijdens diastole minder goed gevuld kunnen worden met bloed.

de cel neemt meer water en bouwstoffen op.

adaptieve respons van het hart op de hemodynamische overbelasting.

*myocarden zijn tetraploiden, hebben hyperchromatische kernen en zijn meer uitgerekt en nartuurlijk zijn enorm groot.

hyperplasie en fibrinoide necrose.(necrose met fibrine accomulation)

de ruimte tussen de afzonderlijke tubuli is groter dan bij normaal weefsel en is opgevuld met bindweefsel.

*hyaliele artereosclerose
-verplaatsen van de gladde spiercellen naar de peripherie van de vaatwand.

*donker rose gekleurd - coagulatienecrose

*licht roze gedeelte nog levende myocardcellen

*pars gekleurd ontstekingscellen die de necrotisch weefsel infiltreren.

arachidonzuurmetabolieten

neutrofiele granulocyten en toename van eosinofilie.

neutrofiele granulocyten

ouderdompigment, een verschijnsel bij de verouderingsprocess.

*roze (eosinofiele) banen afwisselend met paarse banen.

*necrosis (paars vs bleek)
*repair (granulatieweefsel)
*vital myocard weefsel (licht roze)

*donker roze myocyten
*pyknosis: de nucleus wordt kleiner en kleurt zeer basofiel
*Karyorrhexis:de pyknotische nucleus valt uiteen in kleine stukjes en wordt verdeeld over cytoplasma.
*Karyolysis:de pyknotische nucleus komt buiten de cel terecht of verliest veel chromatine kleuring,(de nucleus vervaagt)

*macrofagen > cytokines, GFs > angiogenese, fibroblasten > granulatieweefsel > lidtekenweefsel.

uit lymphocyten >> chronische aard van de otsteking.

het wordt opgesloten in de macrophagen in de cytoplasma van de dode cellen.

op de verouderingsprocess

*ischemie

collageen type 1

collageen type III, maar heel weinig