• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/7

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

7 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Leg uit: x, y en z

X= onafhankelijke / verklarende variabele


Y= afhankelijke/ te verklaren variabele


Z= modererende factor

Verschil tussen modererende en medierende factor.

Modererend: heeft invloed (bevorderend of belemmerend) op het verband tussen x en y


Mediërend: staat tussen x en y en is onderdeel van het verband. Er is een extra verband te verklaren.

Operationalisatie van het conceptuele model

Variabelen en de relaties worden gemeten.

Confounding variable

Een externe, moeilijk te reguleren variabele die mogelijk het verband tussen x en y kan ondermijnen.

Controle variabele

Van belang voor de afbakening van de doelgroep. Hier ligt niet de focus, maar wordt gebruikt om bepaalde invloed uit te sluiten.


Vergroot de betrouwbaarheid

Verschillende verbanden en modellen bij kwalitatief onderzoek:

Onderzoeksmodel met geïdentificeerde variabelen en verwachte globale verbanden.


Propositie: een stelling die een verband of bepaalde conditie omschrijft waarin een relatie al dan niet bestaat.


Geen/ zo min mogelijk theorie: geen aannames. Bijv open vraag over verklaring v bepaald gedrag. Doel: nieuwe theorieën ontwerpen.

Interpretivisme

Thema’s vormen zich gaande weg op basis van interpretatie.


Vooraf oriënteren in prior conceptualisations