• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/56

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

56 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Ritme

Opeenvolging van korte en lange klanken afgewisseld met korte en lange rusten (stiltes)

Maatstepen

Afbakening van de maten

Dubbele maatstreep

Geeft het einde van een muziekstuk aan

Herhalingsteken

: zorgt ervoor dat een deel van het stuk herhaald wordt

Zware tellen

De eerste tel van de maat

Maataccent

Ligt altijd op de eerste tel van de maat

Maatcijfer

In Hoeveel tellen de maat is ingedeeld (teller) en de waarde van iedere tel (noemer)

De puls

Afwisseling van beklemtoonde en niet beklemtoonde noten

Binair

Duidelijke verdeling in 2 (marcheren)

Ternair

Verdeling van 3 (wals)

Toho

Hele noot (4 tellen)

To

Halve noot (2)

Ta

Vierde noot (1)

Ti

Achtste noot (1/2)

Ri

Zestiende noot (1/4)

Opmaat

Wanneer de eerste maat onvolledig is

Neermaat

De eerste maar is volledig

Ritmekaarten

Korte, eenvoudige ritmische motieven die gebruikt worden als steuntekst

Het tempo

De snelheid

Lento

Langzaam

Andante

Gaande

Moderato

Matig

Vivace

Levendig

Allegro

Snel

Presto

Zeer snel

Accelerando

Versnellen

Ritenuto

Vertragen

Dynamiek

Klanksterkte

Pianissimo

Zeer zacht (pp)

Piano

Zacht (p)

Mezzo piano

Half zacht (Mp)

Mezzo forte

Half luid (mf)

Forte

Luid, sterk (f)

Fortissimo

Zeer luid (ff)

Crescendo

Luider wordend (cresc.)

Decrescendo

Zachter wordend (decresc.)

Staccato

Korte, puntige klanken

Legato

Klanken proberen aan elkaar ‘te lijmen’

Melodie

Opeenvolging van tonen (toonhoogte, toonduur in combinatie met ritme)

Notenbalk

5 evenwijdige lijnen waar de toonhoogte van noten duidelijk op wordt

Glissando

Glijdende toon

Klankkleur/timbre

Eigenschap van een klank waarmee ze zich onderscheiden van een ander

Sopraan

Hoge vrouwenstem

Mezzosopraan

Middelhoge vrouwenstem

Alt

Lage vrouwenstem

Tenor

De hoge mannenstem

Bariton

Middelhoge mannenstem

Bas

Lage mannenstem

Strijkinstrumenten (strijkers)

Viool, alt-viool, cello, contrabas


Instrumenten waarbij de snaren door een stok bestreken worden

Houtblazers

Dwarsfluit, hobo, klarinet, fagot


Blaasinstrumenten waarbij een houtje plaatje nodig is

Koperblazers

Trompet, hoorn, trombone, tube


Blaasinstrumenten gemaakt van koper

Slaginstrumenten

Pauken, kleine trom, grote trom, cimbalen


Instrumenten waarop or waarmee je moet slaan

Contrastwerking

In een stuk een nieuwe melodie of toon steken

Muzikale volzin

Gebruik van een vraag en een antwoord in de melodie van een lied

Het rondo

Instrumentale vorm waarbij er een onveranderlijk refrein afwisselt met strofen

Canon

Compositievorm waarbij alle partijen dezelfde melodie spelen of zingen