Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
33 Cards in this Set
- Front
- Back
zet een punt |
- aan het eind van de zin - bij afkortingen (behalve als je het uitspreekt als woord of als het maten of gewichten zijn) |
|
zet een komma |
- tussen de onderdelen van opsommingen - tussen twee persoonsvormen - voor of na een aanspreking of tussenwerpsel - voor en na een bijstelling - voor een voegwoord waarmee de bijzin begint |
|
zet een puntkomma |
- tussen zinnen die sterk met elkaar samenhangen - tussen delen van opsommingen |
|
zet een dubbele punt |
- om een opsomming aan te kondigen - om de directe rede aan te kondigen - om een verklaring aan te kondigen |
|
gebruik aanhalingstekens |
- bij een citaat - bij een directe rede - om aan te geven dat een woord een andere betekenis heeft dan normaal |
|
gebruik een vraagteken |
- aan het eind van een letterlijk gestelde vraag |
|
gebruik een uitroepteken |
- aan het eind van een zin met een bevel of uitroep |
|
gebruik haakjes |
- om informatie die je geeft als toelichting uitleg voorbeeld |
|
gebruik beletselteken |
- aan het eind van een zin die niet af is - om onvolledige citaten aan te duiden |
|
gebruik hoofdletters |
- aan het begin van een zin (let op: als de zin met een apostrof begint, krijgt het tweede woord een hoofdletter) - bij persoonsvormen (let op: als bij een achternaam met voorvoegsels geen voornaam of voorletter staat, schrijf je het eerste voorvoegsel met een hoofdletter) - bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven en diensten - bij aardrijkskundige namen en namen van merken, historische gebeurtenissen, straten, hemellichamen, gebouwen, feestdagen en bij titels van boeken en films
|
|
gebruik een kleine letter |
- bij soortnamen - bij historische periodes - bij afleidingen van feestdagen - bij maanden - bij dagen - bij jaargetijden - bij windstreken - bij geloven
|
|
gebruik meervoud op -s |
- aan een woord vast als de uitspraak correct blijft |
|
gebruik meervoud op - 's |
- om uitspraakproblemen te voorkomen bij afkortingen en in woorden die eindigen op a,i,o,u,y (ik hou van y's) |
|
gebruik meervoud met -en |
- bij alle woorden waar het kan maar let op! klinkerweglating medeklinkerverandering medeklinkerverdubbeling een onbeklemtoonde -ik, -es of -et verdubbelt niet |
|
gebruik meervouden met -s of -en |
- als ze twee meervoudsvormen hebben (bijvoorbeeld; aardappels, aardappelen) |
|
gebruik twee meervoudsvormen |
- bij oorspronkelijk Latijnse woorden (bijvoorbeeld; basis = bases of basissen museum = musea of museums datum = data of datums) |
|
gebruik tussen-s in samengestelde woorden |
- als je hem hoort |
|
gebruik tussen-en in samengestelde woorden |
- als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -en heeft |
|
gebruik tussen-e in samengestelde woorden |
- als het eerste deel alleen een meervoud op -s heeft - als het eerste deel twee meervouden heeft - als het eerste deel geen meervoud is - als het eerste deel verwijst naar een uniek exemplaar - als het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord is - als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is - als het woord niet meer als een samenstelling wordt gezien
|
|
verkleinwoorden maak je door; |
- je achter het zelfstandig naamwoord te zetten - kje achter het zelfstandig naamwoord te zetten - pje achter het zelfstandig naamwoord te zetten - tje achter het zelfstandig naamwoord te zetten - etje achter het zelfstandig naamwoord te zetten
afkortingen krijgen een apostrof (bv; A4'tje) |
|
schrijf woorden aan elkaar als |
- ze een samenstelling zijn van 2 of 3 woorden - ze getallen tot honderd en samenstellingen met honderd en duizend zijn - ze voornaamwoord bijwoorden ( bestaan uit: er, hier, daar, waar + voorzetsel ) zijn |
|
gebruik het liggend streepje als koppelteken |
- om uitspraakproblemen te voorkomen - in de naam van getrouwde vrouwen - in woorden met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-, ex-, interim-, niet-, non-, oud- - voor een hoofdletter - in combinatie van titels en beroepen - bij aardrijkskundige namen - bij letters, cijfer, andere tekens en St of Sint - bij woorden die anders onoverzichtelijk worden
|
|
gebruik het liggend streepje als weglatingsteken |
- waar een deel van een woord wordt weggelaten (bijvoorbeeld: voor- en nadelen, binnen- en buitenbanden) |
|
gebruik het liggend streepje als afbreekstreepje |
- als een woord niet meer op de regel past let op! : breek alleen af tussen twee lettergrepen zorg ervoor dat er niet maar één klinker overblijft |
|
gebruik het trema |
- op de tweede klinker waar het leesprobleem kan ontstaan let op bij: linoleum, verfraaiing, opticien, geautomatiseerd, officieus, geuit |
|
gebruik de apostrof |
- op de plaats van een weggelaten letter - op de plaats van een weggelaten bezits-s - om uitspraakproblemen bij het meervoud en bezitsaanduidingen te voorkomen (gebruik: ik hou van y's) - in afleidingen van letter- en cijferwoorden - bij verkleinwoorden op -y |
|
gebruik het accent aigu (é) |
- om klemtoon aan te geven tip: klinkt de letter als de e in 1 uur dan is het een accent aigu |
|
gebruik het accent grave (è) |
-- om klemtoon aan te geven tip: klinkt de letter als de e in 11 uur dan is het een accent grave |
|
gebruik de cedille |
- om een c als een s te laten klinken als hij voor de a, o of u staat |
|
gebruik cijfers |
- bij getallen boven de twintig, uitgezonderd van de ronde getalen - voor maten, gewichten, bedragen, data, adressen of rekeningnummers (behalve in samenstellingen) |
|
gebruik letters |
- voor getallen tot en met twinig - voor getallen als honderd, duizend, miljoen, miljard of biljard |
|
schrijf sommige |
- als ze bijvoeglijk gebruik worden - als ze betrekking hebben op zaken of dieren |
|
schrijf sommigen |
- als ze zelfstandig worden gebruikt én betrekking hebben op personen |