Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
14 Cards in this Set
- Front
- Back
- 3rd side (hint)
Lysosoom |
Lyso (afbraak) soom (lichaam). Blaasjes met enzymen. Zorgen van de afbraak van eiwitten, vetten en suikers in een cel |
1 |
|
Celmembraan |
De wand die de omgeving van de cel beschermd (cytoplasma). Het scheid het in en uitwendig milieu |
2 |
|
Mitochondrion |
Zorgt voor de verbranding van suikers en eiwitten in de cel. ATP productie |
3 |
|
Endoplasmatischreticulum(er) |
Zorgt voor het aanmaken van eiwitten en vetten in een cel. RER: modificeert en verpakt nieuwe gesynthetiseerde eiwitten. SER: vorming en opslag van vetten en koolhydraten |
4 |
|
Cytoplasma |
Een mengsel aan de binnenkant van de cel (cytosol+organellen). Zorgt voor uitwisseling van stoffen tussen de cel en de omgeving > osmose |
5 |
|
Kernmembraan |
Dubbele laag fosfolipiden. Wand om de kernporie heen |
6 |
|
Kernporie |
Hier kan RNA doorheen |
7 |
|
Kern/nucleus |
Hierin ligt DNA, RNA en nucleotiden |
8 |
|
Kernlichaampjes/nucleolus |
Productie rRNA en ribosomen |
9 |
|
Ribosoom |
Bevat rRNA. Spelen een grote rol bij het aanmaken van eiwitten in de cel (eiwitsynthese) |
10 |
|
Golgicomplex |
Zorgt ervoor dat de eiwitten in de cel worden getransporteerd. Bevat lysosomen, secretievesikel klierproducten en membraanvernieuwingsvesikels |
11 |
|
Centriolen |
Betrokken bij celdeling. Spelen een grote rol bij mitose en meiose |
12 |
|
Mitose |
Vindt plaats in alle lichaamscellen. Celdeling waarbij dochtercellen ontstaan, die gelijk aan de moedercel worden doorgeven en weer in staat zijn om zich verder te delen |
|
|
Meiose |
Vindt plaats in de geslachtscellen. Uitwisseling van DNA door middel van crossing-over |
|