Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
21 Cards in this Set
- Front
- Back
Welke verschillende elementen betreft de vormgeving van onderwijs? |
- inhouden en/of leertaken - werkvormen - media - evaluatie |
|
Hoe gebeurt de selectie van inhouden en/of leertaken? |
Afhankelijk van de doelen en kenmerken lerende Leraar is niet alleen: commissies, leerplannen, directies, handboek Hoger onderwijs meer vrijheid |
|
Wat bedoelen we met het verborgen leerplan? Hidden curriculum |
Waarden, normen, kennis en vaardigheden die onbewust aan de leerlingen worden meegegeven Kan het echte leerplan tegenspreken. |
|
Hoe ken men het ordenen van inhouden/leertaken benaderen? |
1. Learner control: leerlingen krijgen zelf de controle: - wat wanneer bestudeerd wordt - welke leertaken wanneer aangevat worden 2. Onderwijsgevende kiest de ordening |
|
Voor en nadelen van learner control? |
Leerlingen weten zelf best wat ze kunnen en nodig hebben. Leerlingen moeten wel ZELFREGULATIEVAARDIGHEDEN hebben, anders kunnen ze dit niet. |
|
Welke vormen van ordening vinden we binnen de ordening door onderwijsgevenden? |
- Lineaire ordening De ene taak volgt de op de andere. - Spiraalvormige ordening Dezelfde onderwerpen komen steeds waar aan de orde maar telkens op een meer diepgaand niveau of belicht vanuit een andere invalshoek - Elaboratieve ordening Vertrekken vanuit een niet erg gedetailleerd overzicht en dan stukje voor stukje uitwerken. Veel aandacht naar onderlinge samenhang Altijd terugkeren naar het totaalbeeld |
|
Binnen de lineaire ordening geven Posner & Strike 5 principes? |
1. Realiteitsgebonden sequentering volgorde zoals in de realiteit 2. Begripsgebonden sequentering volgorde geeft relatie tussen behandelde begrippen weer 3. Onderzoeksgebonden sequentering volgorde volgt de ontwikkeling in het wetenschapsveld 4. Leergebonden sequentering volgorde is gebaseerd op leerpsychologiche inzichten (wat beter eerst wordt aangebracht) 5. Gebruiksgebonden sequentering volgorde waarin bepaalde onderwerpen worden gebruikt - frequentie waarbij het geleerde kan worden gebruikt. |
|
Hoe ga je te werk bij het kiezen van een sequentering van leerinhouden? |
- ga de onderliggende structuur van het inhoudsdomein na - kijk wat de voorkennis is |
|
Wat zijn werkvormen? |
Patronen van elkaar beïnvloedende onderwijs- en leeractiviteiten. (in elke werkvorm zijn er meerdere onderwijs- en leeractiviteiten) |
|
Op welke facetten verschillen werkvormen van elkaar? |
1. Aard van de leeractiviteit - wat iemand leert hangt samen met de taak - verschillende werkvormen geven andere leeractiviteiten (doceren = opnemen info, simulatie = uitvoeren, formuleren, toetsen,...) 2. Activiteit van de onderwijsgevende - om de leeractiviteit uit te wekken (vb.: OLG, rollenspel, huiswerk, open vs. gesloten vragen, feit vs. denkvragen,... 3. Mate waarin de lerende de activiteit alleen of samen met anderen moet uitvoeren - samenwerken leidt niet automatisch tot leereffecten - lerenden worden best ondersteund in samenwerken 4. Zelfstandigheid van de lerende |
|
Wat zin volgens Johnson en Johnson voorwaarden voor succesvol samenwerkend leren? |
1. Positieve interdependence - leden van de groep zijn positief afhankelijk van elkaar 2. Persoonlijke aansprakelijkheid - elk lid wordt aangesproken op zijn inbreng 3. Mate van interactie - in functie van het realiseren van een doel (elkaar bevragen, zoeken naar alternatieven in gesprek,...) 5. Functioneren op het niveau van de groep |
|
Wat voor voordelen hebben worked out examples? |
Ze zorgen er voor dat de lerenden problemen leren oplossen, stap voor stap. |
|
Onderscheid in werkvormen door Standaert, Troch, Peeters en Piedfort? |
Aanbiedende Gespreksvormen Samenwerkingsvormen Individualiserende Strategieën |
|
Onderscheid in werkvormen door Hoogeveen en Winkels? |
Instructievormen Interactievormen Opdrachtvormen Samenwerkingsvormen Spelvormen |
|
Wat bedoelen we media? |
Het gamma van hulpmiddelen die ingezet worden om het leren te richten/ondersteunen. Voornamelijk ICT tegenwoordig |
|
Hoe kan ICT het best worden ingezet om werkvormen optimaal toe te leveren? |
1. Geen geschreven en gesproken toelichten geven bij een beeld. 2. Bewegende beelden hebben alleen meerwaarde als de beweging essentieel is 3. Invoegen van veel hulpmiddelen verhoogt niet noodzakelijk de effectiviteit 4. Computerondersteunend groepswerk kan makkelijk via shared space (studenten kunnen zien wie hoeveel heeft gewerkt... ) 5. Hulpmiddel mag nooit een doel op zich worden |
|
Waarom is evaluatie belangrijk? |
Zorgt voor terugkoppeling of feedback. |
|
Door wie kan evaluatie gebeuren? |
Onderwijsgevende, computerprogramma, medeleerlingen |
|
Welke vormen van evaluatie zijn er? |
Formatieve (optimaliseren van het leerproces) Summatieve (beslissingen nemen en nagaan of doelen bereikt zijn) |
|
Wat is een aandachtspunt bij evaluatie? |
Zorgen voor valide summatieve evaluatie (gaat na in welke mate de doelen bereikt zijn) - bij mislukking van lerende is ook het onderwijs mislukt (= aanwijzing naar kwaliteit onderwijs) |
|
Wat bepaalt de vorm van evaluatie voor de lerende? |
- Wat ze doen in het onderwijsleerproces - Hoe ze de werkvormen en benaderingen ervaren en interpreteren => een goede afstemming tussen doelen, onderwijsaanpak en evaluatie is dus essentieel. |